Cigarette - Jacques Higelin

Je suis amoureux d’une cigarette

Toute la sainte journée elle me colle au bec

Eh Lucie si t’restes un peu d’ferraille

Ravitaille moi d’un paquet d’gris

Que je m’en grille aussitôt

A la place de ce satané vieux mégot

Je suis amoureux d’une cigarette

Sans elle j’ai l’air d’un poussin cherchant son omellette

Eh Suzon si t’restes un peu d’pognon

Ramène moi donc un paquet d’blond

Que je m’en roule une aussi sec

A la place de ce satané vieux mégot

Je l’aime bien épaisse

Roulée comme une papesse

Dans son fourreau zigzag à bord gommé

Quand au bout de la langue

Je la lèche elle tangue

Fumante elle frémit sous la morsure de mon dentier.

Hé hé

Je suis amoureux d’une cigarette

Elle a la rondeur d’un sein qu’on mord ou qu’on tète

Eh Jenny Y aura une taf' pour toi

Si tu penses à mon paquet d’gris

Magne-toi car j’ai bientôt fini

De tirer sur ce satané vieux mégot

Ik ben verliefd op een sigaret

De hele heilige dag plakt ze aan mijn snavel

Hey Lucie als je een beetje blijft

Geef me een bundel grijs

Dat ik mezelf meteen grill

In plaats van die verdomde oude sigarettenpeuk

Ik ben verliefd op een sigaret

Zonder haar zie ik eruit als een meid die op zoek is naar haar omelet

Hey Suzon als je nog wat geld over hebt

Breng me een pakje blond terug

Dat ik mezelf er een als droog rol

In plaats van die verdomde oude sigarettenpeuk

Ik hou van dik

Opgerold als een paus

In zijn zigzag schede met gegomde rand

Wanneer aan het einde van de tong

Ik lik haar, ze pitcht

Het stomen siddert onder de beet van mijn kunstgebit.

Eh eh

Ik ben verliefd op een sigaret

Ze heeft de ronding van een borst die je bijt of zuigt

Hey Jenny, er is vast een baan voor je

Als je aan mijn bundel grijzen denkt

Schiet op want ik ben bijna klaar

Om die verdomde oude kont te schieten