Ich hab' Zeit - Ich + Ich

Ich hab Zeit.

Immer Zeit.

Zeit, eine Ewigkeit.

Alle Uhren stehen still

und mit der Zeit tu ich was ich will,

ich hab Zeit, immer Zeit.

Ich hab' Zeit, ich lieb' dich langsam

Ich hab' Zeit, ich lieb' dich langsam

Ich hab Zeit.

Immer Zeit.

(Ich hab Zeit,) eine Ewigkeit.

Schnelle Liebe geht doch viel zu schnell vorbei

und ich hab alle Zeit der Welt für uns zwei.

Ich hab' Zeit, ich lieb' dich langsam

Ich hab' Zeit, ich lieb' dich langsam

(Ich lieb' dich langsam)

Ich hab' Zeit, ich lieb' dich langsam

(Ich lieb' dich langsam)

(Zeit)

Ik heb tijd.

Altijd tijd.

tijd, een eeuwigheid.

Alle klokken staan ​​stil

en na verloop van tijd doe ik wat ik wil

Ik heb tijd, altijd tijd.

Ik heb tijd, ik hou langzaam van je

Ik heb tijd, ik hou langzaam van je

Ik heb tijd.

Altijd tijd.

(Ik heb tijd,) een eeuwigheid.

Snelle liefde gaat veel te snel voorbij

en ik heb alle tijd van de wereld voor ons tweeën.

Ik heb tijd, ik hou langzaam van je

Ik heb tijd, ik hou langzaam van je

(Ik hou langzaam van je)

Ik heb tijd, ik hou langzaam van je

(Ik hou langzaam van je)

(Tijd)