Les temps étranges - Guy Beart

Vinrent, cette année-là, des temps étranges

Des chaleurs, des frimas, des pluies, des fanges

Des nuages de poussière sur les champs, les rues

Les arbres qu’ils arrosèrent poussèrent plus dru

Vinrent, cette année-là, des fruits étranges

Non pas des avocats ni des oranges

On en fit, à la légère, des jus, des sirops

Celles qui s’en régalèrent eurent le corps gros

Vinrent, cette année-là, d’enfants étranges

Des plumes sur les bras, les petits anges

Chaque enfant, à sa manière, était différent

Des berceaux ils s’envolèrent dès qu’ils furent grands

Vinrent, cette année-là, des gens étranges

Vêtus de peaux de rats, comme ils se vengent

Ils ont défendu la terre contre les souris

Ils leur ont jeté des pierres mais ils furent pris

Vinrent, cette année-là, des chants étranges

Puis la Terre roula dans le silence

Er braken vreemde tijden aan dat jaar

Hitte, vorst, regen, modder

Stofwolken over de velden, de straten

De bomen die ze water gaven, werden dikker

Kwam dat jaar vreemde vruchten

Geen avocado's of sinaasappels

Er werd lichtjes sappen, siropen van gemaakt?

Degenen die feestvierden hadden dikke lichamen

Kwam dat jaar vreemde kinderen

Veren op de armen, de engeltjes

Elk kind was op zijn eigen manier anders

Uit de wiegen vlogen ze weg zodra ze groot waren

Kwam dat jaar vreemde mensen

Gekleed in rattenvellen, hoe ze wraak nemen

Ze verdedigden de aarde tegen de muizen

Ze gooiden stenen naar hen, maar ze werden gepakt

Kwam dat jaar vreemde liedjes

Toen rolde de aarde in stilte