Уездный город - ДДТ

Чутко спит уездный город, пар дыхания над нами.

Окна с жёлтыми глазами.

Дочь, как пленного, веду.

Иммигрантка за прилавком с равнодушными ногами.

Мы с товарищем штурмуем этот вражеский редут.

А потом в соседнем сквере на обдолбанной скамейке

Достаём два литра хрени и заводим разговор.

Колбасу, как гильотина режет нож из нержавейки

И выносит нашей жизни свой суровый приговор.

После первой друг смотрел куда-то светлыми очами.

По щеке к земле катилась непокорная слеза.

Чьи-то тени в облаках гремели ржавыми ключами.

Вдалеке кипело солнце да сверкала бирюза.

Третий выпили за башню, за морских глухих окраин

Не нашедших, не узнавших для чего и почему.

После пятой мы братались, как Чапаев и Сусанин.

Налетели тут мигалки, дали всем по кочану.

А теперь, в сырой темнице, где неясно, что свершится

Греет душу сигарета каплей вечного огня.

Завтра – суд, а за решеткой в небе томная Жар-птица

Изумрудным косит глазом на него да на меня.

Расскажи нам, кем мы были, что искали, как любили?

Ты была моей, девица или всё – тяжелый сон?

Под луной растёт крапива на заброшенной могиле,

А вдали хохочет праздник - колокольный перезвон.

De provinciestad is diep in slaap, de damp van de adem is boven ons.

Ramen met gele ogen.

Ik neem mijn dochter als een gevangene.

Een immigrant achter de toonbank met onverschillige benen.

Mijn vriend en ik bestormen deze vijandelijke schans.

En dan in een nabijgelegen park op een stoned bankje

We krijgen twee liter stront en beginnen een gesprek.

Worst zoals een guillotine een roestvrijstalen mes snijdt

En hij brengt zijn zware straf in ons leven.

Na de eerste keek een vriend ergens met heldere ogen.

Een traan rolde over haar wang naar de grond.

Iemands schaduwen in de wolken rammelden roestige sleutels.

In de verte kookte de zon en schitterde turkoois.

De derde was dronken voor de toren, voor de rand van de zee

Niet gevonden, niet geleerd waarvoor en waarom.

Na de vijfde verbroederden we zoals Chapaev en Susanin.

Knipperende lichten vlogen hierheen, gaven iedereen een kop kool.

En nu, in een vochtige kerker, waar het niet duidelijk is wat er gaat gebeuren

Een sigaret verwarmt de ziel met een druppel eeuwig vuur.

Morgen is een proces, en achter de tralies in de lucht is een lome Vuurvogel

Een smaragdgroen oog tuurt naar hem en naar mij.

Vertel ons wie we waren, wat we zochten, hoeveel we liefhadden?

Was je van mij, meisje, of is het allemaal een zware droom?

Onder de maan groeien brandnetels op een verlaten graf,

En in de verte lacht de vakantie - het klokkengelui.