Reflexionen - ASP

Nun bist du viel zu weit gegangen

Du entstelltes, finstres Maskenspiegelbild

Alt und kalt

In den Händen Klingen, Zangen

Mit denen es dich nun von mir zu trennen gilt

Mit Gewalt

Ich ließ dich viel zu lang gewähren

Blickte niemals durch, war viel zu unbedarft

Nie bereit

Die Folgen mehr als nur verheerend

Wünschte, es wäre jemand da, der mich entlarvt

Und befreit

Ich spring in alle Pfützen

Um die Fratze zu vertreiben

Die Wassertropfen spritzen

An die kalten Fensterscheiben

Seh sie herunterrinnen

Wieder stiert sie mir entgegen

Ob draußen oder drinnen

Folgt sie mir auf allen Wegen

Ich weiß nicht mehr, wie oft

Ich sie in tausend kleine Stücke brach!

Vergeblich hab ich gehofft

Denn sie wuchs einfach immer wieder nach

So oft hast du mich schon betrogen

Und du lachtest gern, wenn ich verzweifelt war

Spott und Hohn

Du hast mit meinem Mund gelogen

Ich erstarrte, und du warst so wandelbar

Immer schon

Nie gewährtest du mir Gnade

Du verbargst mich, und du stelltest mich doch bloß

Immerzu

Ach, verfluchte Maskerade!

Und darunter wurd mein Wesen ausdruckslos

Wurde du

Ich schlag in alle Spiegel

Um die Fratze zu verbannen

Bin hinter Schloß und Riegel

Die wir beide uns ersannen

Ich, um mich zu schützen

Und du, um mich einzusperren

Wir können uns nicht nützen

Ohne etwas zu verzerren

Ich weiß nicht mehr, wie oft

Ich sie in tausend kleine Stücke brach!

Vergeblich hab ich gehofft

Denn sie wuchs einfach immer wieder nach

Ich weiß nicht mehr, wie oft

Ich sie in tausend kleine Stücke brach!

Vergeblich hab ich gehofft

Denn sie wuchs einfach immer wieder nach

Aus den schönen Augen starrend

Blickt die Maske nun heraus, gestochen scharf

Und konzentriert:

Böse, mit den Hufen scharrend

Wartet dieser Teufel, dass er wüten darf

Und er wird!

Nichts darf jemals mir gehören

Alles, was da gut ist, wird durch sie befleckt

Und verzerrt

Wollte sie so oft zerstören

Und so bleib ich wohl für immer unentdeckt

Eingesperrt

Nu ben je veel te ver gegaan

Jij vervormd, sinister masker spiegelbeeld

oud en koud

In de handen messen, tangen

Waarmee het nu nodig is om jou van mij te scheiden

met geweld

Ik heb je het veel te lang laten doen

Nooit doorzag, was veel te dom

nooit klaar

De gevolgen zijn meer dan alleen verwoestend

Ik wou dat er iemand was om me te ontmaskeren

en bevrijd

Ik spring in alle plassen

Om de grimas weg te jagen

De waterdruppels spatten

Bij de koude ruiten

Kijk hoe ze aflopen

Weer staart ze me aan

Of het nu buiten of binnen is

Volg mij op alle paden

Ik weet niet meer hoe vaak

Ik brak ze in duizend kleine stukjes!

ik hoopte tevergeefs

Omdat het maar bleef groeien

Je hebt me zo vaak bedrogen

En je lachte graag toen ik wanhopig was

spot en minachting

Je loog met mijn mond

Ik bevroor en je was zo veranderlijk

Altijd

Je hebt me nooit genade gegeven

Je verborg me, en toch ontmaskerde je me

Altijd

Ach, verdomde maskerade!

En onder mijn wezen werd uitdrukkingsloos

werd jij

Ik klap in alle spiegels

Om de grimas te verbannen

Ik zit achter slot en grendel

dat we allebei gedroomd hebben

Ik om mezelf te beschermen

En jij om mij op te sluiten

We kunnen het niet helpen

Zonder iets te vervormen

Ik weet niet meer hoe vaak

Ik brak ze in duizend kleine stukjes!

ik hoopte tevergeefs

Omdat het maar bleef groeien

Ik weet niet meer hoe vaak

Ik brak ze in duizend kleine stukjes!

ik hoopte tevergeefs

Omdat het maar bleef groeien

Staren uit de mooie ogen

Het masker ziet er nu vlijmscherp uit

En gericht:

Kwaad, met zijn hoeven klauwen

Wacht deze duivel om te woeden?

En dat zal hij!

Niets zal ooit van mij zijn

Alles wat daar goed is, wordt door hen bezoedeld

en vervormd

Wilde haar zo vaak vernietigen

En dus zal ik waarschijnlijk voor altijd onontdekt blijven

Op slot