The Wee Wee Man - Steeleye Span

Twas down by Carterhaugh Father

Between the water and the wall

There i met with a wee wee man

And he was the least that ever I saw

His legs were scarce a finger’s length

And thick and nimble was his knee

Between his eyes a flea could go

Between his shoulders were inches three

His beard was long and white as as swan

His robe was neither green nor grey

He clapped his hands, down came the mist

And he sank and he’s fainted clean away

He pulled up a stone six feet in height

And flung it farther than I could see

And though I’d been a giant born

I’d never had lifted it to my knee

O Wee Wee Man but thou are strong

Come tell me where thy dwelling be

I dwell beneath a bonny green bower

O will ye come with me and see?

We rode on and we sped on

Until we came to a bonny green hall

The roof was made of the beaten gold

And purest crystal was the floor

There were pipers playing on every stair

And ladies dancing in glistering green

He clapped his hands, down came the mist

And the man and the hall no more were seen

Twas neer door Carterhaugh Father

Tussen het water en de muur

Daar ontmoette ik een kleine man

En hij was de minste die ik ooit heb gezien

Zijn benen waren nauwelijks een vingerlengte

En dik en wendbaar was zijn knie

Tussen zijn ogen kan een vlo gaan

Tussen zijn schouders waren centimeters drie

Zijn baard was lang en wit als een zwaan

Zijn gewaad was niet groen of grijs

Hij klapte in zijn handen, naar beneden kwam de mist

En hij zonk en hij viel flauw weg

Hij trok een steen van zes voet hoog op

En wierp het verder dan ik kon zien

En hoewel ik een reus was geboren

Ik had het nog nooit tot aan mijn knie getild

O Wee Wee Man, maar jij bent sterk

Kom me vertellen waar uw woning is

Ik woon onder een mooi groen prieel

O, wilt u met mij meegaan en kijken?

We reden verder en we reden verder

Totdat we bij een mooie groene hal kwamen

Het dak was gemaakt van het geslagen goud

En het zuiverste kristal was de vloer

Op elke trap speelden doedelzakspelers

En dames dansen in glinsterend groen

Hij klapte in zijn handen, naar beneden kwam de mist

En de man en de zaal werden niet meer gezien