Hieronder staat de songtekst van het nummer John Of Ditchford , artiest - Steeleye Span met vertaling
Originele tekst met vertaling
Steeleye Span
In the spring of thirteen twenty two
Henry Felip and his son
Were riding home from Northampton
When they met with six bold robbers
Henry shouted to his son
«Take the money, boy and run»
So he’s turned his horse to Courteenhall
For to raise the hue and cry
His father faced this ugly crew
But six to one, what could he do?
And when his son returned with help
He was too late to save him
He left his father where he lay
Through his tears to ride that day
And pursue the killers in their way
As they made off in the distance
Five of six, they swiftly caught
But one alone did slip their grasp
And to Wooten Church, he’s turned away
And through her doors she’s took him
Sanctuary was his claim
Sword and grief outside remain
Till the Coroner he quickly came
To hear the thief’s confession
«I'm John of Ditchford», said the man
«I was there of six our band
And yes, we killed that nobleman
On the road to Stoke Bruerne»
«Do you now abjure the realm?
What’s your meaning?», says young John
«You will leave this land and never return
Or your blood we will spill on her»
«Do you now abjure the realm?
I abjure it», says young John
«So to Dover you will straightway go
And the first ship you will take her»
He must reach that distant port
Without coin nor shoes nor friend
And stand in the ocean to his knees
And wait what ship would have him
They took from him all he had
Gave him sackcloth for to wear
And a wooden cross for him to hold
On the lonely road to Dover
He sets out upon the road
Cross in hand and heavy heart
They found him headless in a field
A mile away from Wooten
In het voorjaar van dertien tweeëntwintig
Henry Felip en zijn zoon
We reden naar huis vanuit Northampton?
Toen ze zes brutale rovers ontmoetten
schreeuwde Henry naar zijn zoon:
"Pak het geld, jongen en ren weg"
Dus hij heeft zijn paard naar Courteenhall gedraaid
Om de tint te verhogen en te huilen
Zijn vader stond tegenover deze lelijke bemanning
Maar zes tegen één, wat kon hij doen?
En toen zijn zoon terugkwam met hulp
Hij was te laat om hem te redden
Hij liet zijn vader achter waar hij lag
Door zijn tranen heen om die dag te rijden
En achtervolg de moordenaars op hun manier
Terwijl ze in de verte vertrokken
Vijf van de zes, ze vingen snel
Maar één alleen gleed uit hun greep
En naar Wooten Church, hij heeft zich afgewend
En door haar deuren heeft ze hem meegenomen
Sanctuary was zijn claim
Zwaard en verdriet buiten blijven
Tot de lijkschouwer hij snel kwam
Om de bekentenis van de dief te horen
«Ik ben John van Ditchford», zei de man
«Ik was er van zes onze band
En ja, we hebben die edelman vermoord
Op weg naar Stoke Bruerne»
«Zwijg je nu het rijk af?
Wat bedoel je?», zegt de jonge John
"Je zult dit land verlaten en nooit meer terugkeren"
Of je bloed zullen we op haar vergieten»
«Zwijg je nu het rijk af?
Ik zweer het af», zegt de jonge John
"Dus naar Dover ga je meteen"
En het eerste schip dat je haar zult nemen»
Hij moet die verre haven bereiken
Zonder munt noch schoenen noch vriend
En tot op zijn knieën in de oceaan gaan staan
En wacht welk schip hem wil hebben
Ze namen van hem alles wat hij had
Gaf hem een zak om te dragen
En een houten kruis voor hem om vast te houden
Op de eenzame weg naar Dover
Hij gaat de weg op
Kruis in de hand en zwaar hart
Ze vonden hem zonder hoofd in een veld
Een mijl verwijderd van Wooten
Liedjes in verschillende talen
Hoogwaardige vertalingen in alle talen
Vind binnen enkele seconden de teksten die je nodig hebt