Окна - Сангу дэ САО

Такие маленькие, а так много тепла

И так вы далеко, а кажется, что близко

Вот вот дотронулся рукой бы я до вас,

Но вы так высоко, а я так низко.

Ссутулившись поджав кисти в кулаки, по лужам шлепая,

Свет блеклый фонаря, дорога мокрая, тишина…

И только легкий ветерок мне шепчет на ухо

В тандеме с листьями сухими, что на землю падают

Это так странно смотреть на них, когда холодно

И чувствовать как тепло поступает в голову

За поворотом две фигуры осветило фарами

По дружески двумя руками, сильно обняв дворнягу

Роняя слезы, головой кивал на верх бродяга

И доносились фразы вперемешку с перегаром

О том что-то окно и все что в нем, когда-то было

Счастьем семейным, а сейчас чужой дом, а он Как будто вспомнил это, как будто понял.

Шершавым языком облизал, в плечо нос упер

Этот союз кровный моих нервов вор тем временем

Отдернул ворот я, побрел в другой двор.

Такие маленькие, а так много тепла

И так вы далеко, а кажется, что близко

Вот вот дотронулся рукой бы я до вас,

Но вы так высоко, а я так низко.

Летали мысли вокруг моего взора устремленного

В очередное теплое окно я вспомнил

Как вставал на цыпочки, чтоб видеть снова

Как мама с сумками по улице идет домой.

И в силуэте детском, этаже этак на третьем

Я разглядел себя стоящего на табурете, задумался

Засмотрелся, чуть не сбился с ног и если бы я мог

Не думать о прошлом и мечтать, как знать наверно

Мне бы не хотелось возвращаться туда где было

Суждено остаться в времени, беззаботным

Поведению беззлобным отношениям душевным,

Будням безработным, чем больше я смотрел на окна

Тем больше думал о том что не хочу думать

Что сейчас есть, поменьше бы всего чего считаю

Своим лишним, лишь бы друзьям искренности

Здоровье ближним…

Такие маленькие, а так много тепла

И так вы далеко, а кажется, что близко

Вот вот дотронулся рукой бы я до вас,

Но вы так высоко, а я так низко.

Подъезд свой, дверь, лифт, дверь, свет,

Прихожая, коридор, комната, балкон

И стая мыслей не пускающих на волю слова

Что с самого дна в наружу так и рвутся вон

Растворяясь в дыме сигареты я заглянул в тебя

Чужая жизнь я знаю где ты и вас такое множество

На этом белом свете, ровно столько… сколько

Всех людей на нашей грешной планете

Не хватит алфавитов мира, чтобы придумать имя

Вам всем, да и не за чем, тушу палочку никотина

Задуваю свечи стемнеет заново увидимся, окна…

До новой встречи!

Такие маленькие, а так много тепла

И так вы далеко, а кажется, что близко

Вот вот дотронулся рукой бы я до вас,

Но вы так высоко, а я так низко.

Такие маленькие, а так много тепла

И так вы далеко, а кажется, что близко

Вот вот дотронулся рукой бы я до вас,

Но вы так высоко, а я так низко.

Zo klein, maar zo veel warmte

En dus ben je ver weg, maar het lijkt erop dat je dichtbij bent

Hier zou ik je met mijn hand aanraken,

Maar jij bent zo hoog en ik ben zo laag.

Voorover gebogen, zijn handen tot vuisten gebald, door de plassen spetterend,

Het licht van een vervaagde lantaarn, de weg is nat, stilte ...

En alleen een lichte bries fluistert in mijn oor

Samen met droge bladeren die op de grond vallen

Het is zo vreemd om naar ze te kijken als het koud is

En voel hoe warm het naar het hoofd komt

Achter de bocht werden twee figuren verlicht door koplampen

Vriendelijk met beide handen, de bastaard stevig knuffelen

Tranen vergieten, de zwerver knikte zijn hoofd

En zinnen werden vermengd met dampen gehoord

Over dat raam en alles wat erin zat was ooit...

Gezinsgeluk, en nu het huis van iemand anders, en hij leek zich dit te herinneren, alsof hij het begreep.

Hij likte het met een ruwe tong, legde zijn neus op zijn schouder

Deze verbintenis is ondertussen het bloed van mijn zenuwen dief

Ik trok het hek terug en liep een andere tuin in.

Zo klein, maar zo veel warmte

En dus ben je ver weg, maar het lijkt erop dat je dichtbij bent

Hier zou ik je met mijn hand aanraken,

Maar jij bent zo hoog en ik ben zo laag.

Gedachten vlogen rond mijn aspirant-blik

In een ander warm raam, herinnerde ik me

Hoe je op je tenen staat om weer te zien

Hoe een moeder met tassen langs de straat naar huis gaat.

En in een kinderachtig silhouet, op de derde verdieping

Ik zag mezelf op een kruk staan, dacht

Ik staarde, verloor bijna mijn voeten, en als ik kon...

Denk niet aan het verleden en droom, hoe weet je het zeker

Ik zou niet terug willen naar waar het was

Voorbestemd om op tijd te blijven, zorgeloos

Gedrag goedaardige relaties oprecht,

Weekdagen werkloos, hoe meer ik naar de ramen keek

Hoe meer ik nadacht over wat ik niet wil denken

Wat ik nu heb, zou ik minder van alles overwegen

Aan mijn overbodige, al was het maar vrienden van oprechtheid

De gezondheid van anderen...

Zo klein, maar zo veel warmte

En dus ben je ver weg, maar het lijkt erop dat je dichtbij bent

Hier zou ik je met mijn hand aanraken,

Maar jij bent zo hoog en ik ben zo laag.

Eigen entree, deur, lift, deur, licht,

hal, gang, kamer, balkon

En een zwerm gedachten die geen woorden vrijgeven

Dat ze van onder naar buiten naar buiten rennen

Oplossend in de rook van een sigaret, keek ik in jou

Buitenaards leven, ik weet waar je bent en er zijn zoveel van jullie

In deze wijde wereld, precies zoveel ... als

Alle mensen op onze zondige planeet

Niet genoeg alfabetten van de wereld om een ​​naam te bedenken

Aan jullie allemaal, en voor niets, doe ik een nicotinestokje

Ik blaas de kaarsjes uit, het wordt weer donker, tot ziens, ramen...

Tot ziens!

Zo klein, maar zo veel warmte

En dus ben je ver weg, maar het lijkt erop dat je dichtbij bent

Hier zou ik je met mijn hand aanraken,

Maar jij bent zo hoog en ik ben zo laag.

Zo klein, maar zo veel warmte

En dus ben je ver weg, maar het lijkt erop dat je dichtbij bent

Hier zou ik je met mijn hand aanraken,

Maar jij bent zo hoog en ik ben zo laag.