Раздражение аморала - Оргазм Нострадамуса

Дождик ночью шёл, а я дремал

На столе свечи огарок догорал

Распахнулось тихо вдруг моё окно

В комнатушке моей стало вдруг светло

Хмель прошёл я протрезвел в тот миг

А в окно ко мне вошёл босой старик

В белом рубище и с бородой седой

Наклонился и сказал: Пошли со мной

В мире том, откуда я пришёл

Обретёшь ты то, чего ты здесь лишён

Будешь жить ты в сказочных садах

Там всегда светло и там всегда весна

Там летают птицы дивной красоты

Важно бродят звери и цветут цветы

Льётся музыка волшебных флейт

Не бывает горя и страданий нет

Обретёшь покой ты, обретёшь любовь

Никогда твоя там не остынет кровь

И не потеряешь ты там разум свой

Ну, давай мне руку, ну, пойдём со мной!

Я вскочил с дивана, я схватил стакан

Бешено, с размаху кинул в старика.

Борода всклокочена, рубище в крови,

Тяжко и свирепо старика я бил!

Я без передыху старика пинал:

Жалкий старикашка, я тебя не звал!

Свет я ненавижу, не люблю цветы,

Мои звери это слепыши кроты!

Скучен и противен мне твой пресный рай!

Я люблю осенний дождь, я ненавижу май!

А моя свобода - бомба из гнилья

Право харкнуть кровью в морду бытия!

Ломаные линии - живопись моя!

А дресня моя - моя стряпня

В кривых зеркалах моя любовь живёт,

А душа моя - шершавый лёд.

Уж давно старик свалил, а я всё бил

Табуреткой полки, зеркала.

За окном разбитым дождик моросил,

Ну а я хуярил мебель до утра...

Het regende 's nachts en ik was aan het dutten

Op de kaarsentafel was de stomp doorgebrand

Zachtjes zwaaide mijn raam ineens open

Het werd ineens licht in mijn kamertje

Hop ging voorbij, ik werd op dat moment nuchter

En een oude man op blote voeten kwam mijn raam binnen

In witte lompen en met een grijze baard

Leunde naar beneden en zei kom met me mee

In de wereld waar ik vandaan kom

Je vindt hier wat je wordt onthouden

Zul je in sprookjestuinen wonen

Er is altijd licht en er is altijd lente

Vogels van wonderlijke schoonheid vliegen erheen

Belangrijke dieren zwerven rond en bloemen bloeien

De muziek van magische fluiten stroomt

Er is geen verdriet en geen lijden

Je zult vrede vinden, je zult liefde vinden

Je bloed zal daar nooit afkoelen

En daar verlies je je verstand niet

Wel, geef me je hand, nou, kom met me mee!

Ik sprong op van de bank, ik pakte een glas

Woedend gooide hij het met een zwaai naar de oude man.

De baard is verward, de vodden zitten in het bloed,

Hard en woest sloeg ik de oude man!

Ik schopte de oude man zonder pauze:

Arme oude man, ik heb je niet gebeld!

Ik haat licht, ik hou niet van bloemen,

Mijn dieren zijn molratten!

Je smakeloze paradijs is saai en walgelijk voor mij!

Ik hou van herfstregen, ik haat mei!

En mijn vrijheid is een rotte bom

Het recht om bloed in de snuit van het bestaan ​​te spuwen!

Gebroken lijnen - mijn schilderij!

En mijn afval is mijn kookkunsten

In scheve spiegels leeft mijn liefde

En mijn ziel is ruw ijs.

Lange tijd dumpte de oude man, en ik sloeg alles

Kruk planken, spiegels.

Buiten het kapotte raam miezerde het,

Nou, ik heb het meubilair verkloot tot de ochtend ...