Hieronder staat de songtekst van het nummer II , artiest - Negură Bunget met vertaling
Originele tekst met vertaling
Negură Bunget
Catre sipotu da piatra, din padurea deasa, deasa si intunecoasa
Pleca dimineata, pa roua, pa ceata, pa roua nepascuta,
Cu roua-n picioare, cu ceata-n spinare.
Opspe suliti pin-n apus.
Sus la naltu cerului, la razele soarelui, 'n revarsatu zorilor
La greu coboris, verde alunis, galban paltinis.
Foaie da mugur da stinjen eu is baci aci la munte.
Cind rasare mindru soare ias cu turma pe razoare,
Cind rasare mindra luna zic, codrului noapte buna,
Si ma leagana frunza, si m-adoarme lin doina,
Si ma leagana gindu, si m-adoarme fluieru.
Mindra matraguna, iarb-a padurii, floarea padurii, lasa-ma sa te culeg,
Sub claru lunii, 'n mijlocu padurii, din gradina Dinsalor.
La mijloc da noapte deasa, luna singura dascoasa, vraja sigura sa iasa.
Stapinele ale vintului, Dusmanele ale pamintului
Stati in urma-mi, calea da mi-i da, vraja da la sine sa facea.
Pe nalt virf da magura, ceata si negura
Da jos, jos din vale, pina hat… in zare…
Si din munte-n munte, si din plai in plai, pina-n piatra-n piatra,
(Muntii cu risii, codrii cu ursii, magurile cu fiarele, bitcele cu ciutele
Stincile cu vulpile, dumbravi cu izvoarele, tati adinc priveau… si sa minunau.
In vinturi si-n volburi, din vinturi aruncat, si trimes, in putu cu jgheab
Sa masoare pamintu, pamintu cu umbletu, si ceru cu cugetu.
Si pre calea ratacitilor, inspre Ursu Mare… 'n Tara da Sus.
Ceru megies, sfatosenia graieste.
(Codru sa cutremura, ulmi si brazi sa clatina, fagi si paltini sa pleca,
Fruntea da i-o racorea, mina da i-o saruta si cu freamat da-l plingea.)
Sa masoare pamintu, pamintu cu umbletu, si ceru cu fulgeru.
In cringu cerului, din sorbu pamintului.
Zau!
P-un drum in dasis, la vechi alunis
La picior da munte, pe dealuri marunte,
Prin plaiuri tacute, da vinturi batute,
Noaptea-n codrii ma apuca, codrilor le sunt naluca
Naluca purtata, din vechi vremi uitata.
Verde mugur brad da munte, pe dealuri marunte,
Cu plaiuri tacute, da vinturi suflate si da ploi udate,
Nedei si sintilii, iata, intre munti si deal, glas navalnic greu rasuna,
din vazduh.
Pretutindeni 'ncet s-aduna, la foc;
da sub clar da luna!
Hora apriga sa-ncinge, muntilor ii tie chinge,
Sa unesc, si-n tara asta, cea da dincolo o trec,
Tirg da dat.
Da dind dai, muntelui pe loc te tai.
Ii-esti!
Towards the rocky spring, in the thick forest, thick and dark
He left at dawn… dew and fog… not grazed yet,
Dew on the feet, fog on the meat.
Eighteen hours till sunset.
Up in the sky, beams of the sun, daybreak
A steep descent… the hazel wood’s green, the sycamore grove’s yellow.
Green is the iris’s bud… shepherd am I, here, in the mountains.
When the sun rises I take my flock on the balks
When the moon rises I tell the woods good night
And the leaf is swinging me, and the doina’s soothing me,
And the thought is swinging me, and the pipe is soothing me.
Fairy Belladonna, grass of the woods, flower of the woods, let me pick you up
In moonlight, in the middle of the forest, in Their garden
In the depth of a thick night, the lonely moon unstitches to let the spell take
place.
Masters of the Wind, Earth’s Enemies
Stay behind me, show me my way;
make the spell take shape, all by itself.
On the high top hill, fog and darkness (negura)
From deep down the valley, till far in the distance.
From mountain to mountain, from realm to realm, from stone to stone
(Mountains' lynx, forests' bears, beasts of the hills
Foxes of the rocks, springs of the groves, all of them were gazing and
wondering.)
From within winds and whirlwinds thrown away towards the stars
To measure the earth with his steps and the sky with his thought.
On a path of the lost, towards Ursu Mare… up the Upper World.
The near sky speaks the secret wisdom.
(Woods were quaking, firs and elms were shaking, beeches and sycamores were
bending,
Cooling his forehead, kissing his hand, weeping upon him with their sigh.)
His steps measure the earth, his lightning the sky.
In the skies' grove… heart of the earth.
Indeed!
On a path through the thicket… at the old hazel wood
At the foot of a mountain, on the lowest hills,
Through silent fields blown by winds,
Caught by night in the woods — I am their long-forgotten apparition.
Green fir’s bud up in the mountains, on the lowest hills,
On silent fields blown by winds, and by rains,
Behold, between the mountains and the hills, a mighty voice is echoing from
above.
From everywhere they gather round the fire, in moonlight!
Round dance begins, it holds the mountains,
They become one, and bring the other land into this one,
A trade!
By giving thou give, you’re mountain’s own… you’re being it!
Naar de sipotu geeft de steen, uit het dikke, dikke en donkere bos
Vertrek in de ochtend, in de dauw, in de mist, in de onsmakelijke dauw,
Met dauw op zijn voeten, mist op zijn rug.
Opspe suliti pin-n-apus.
Hoog in de lucht, in de stralen van de zon, bij dageraad
Het graf daalde, groene alunis, galban paltinis.
Het blad van de knop prikt en ik kus het hier in de bergen.
Als de zon opkomt, komt de zon op met de kudde,
Als de maan trots opkomt zeg ik, goedenacht bos,
En het blad zwaait me, en ik val zacht in slaap,
En de gedachte zwaaide heen en weer, en ik viel fluitend in slaap.
Mindra matraguna, bosgras, bosbloem, laat me je uitkiezen,
Onder het maanlicht, midden in het bos, vanuit de tuin van Dinsalor.
In het midden is het een dikke nacht, de enige maan is vol, de betovering komt er zeker uit.
Meesteressen van de wind, vijanden van de aarde
Sta achter me, geef me de weg, laat de spreuk zijn eigen ding doen.
Op de hoge top geeft het magura, mist en mist
Ga naar beneden, de vallei af, naar de hoed... in de verte...
En van berg tot berg, en van rots tot rots, van rots tot rots,
(Bergen met gelach, bossen met beren, eksters met beesten, teven met klauwen
De rotsen met de vossen, de bossen met de bronnen, de vaders keken diep en verwonderd toe.
In wind en in salvo's, door wind gegooid en gestuurd, goed met trog
Om de aarde te meten, de aarde met de wandeling en de lucht met de geest.
En tussen de verlorenen, richting Ursu Mare... 'n Tara da Sus.
Vraag de megies, het advies spreekt.
(Het bos om te beven, de iepen en sparren om te schudden, de beuken en esdoorns om te vertrekken,
Laat haar haar voorhoofd afkoelen, laat haar haar hand kussen en haar aan het huilen maken.)
Om de aarde te meten, de aarde met de wandeling en de lucht met bliksem.
In de lucht, van de sorbet van de aarde.
Zau!
Op een glooiende weg naar de oude mol
Aan de voet van de berg, op kleine heuvels,
Door stille landen, geef sterke winden,
De nacht in het bos grijpt me, het bos is een lokmiddel
Versleten lokaas, lang vergeten.
Groene dennenknop geeft berg, op kleine heuvels,
Met stille regens, geef wind waait en geef natte regens,
Neda en de schildwachten, zie, tussen de bergen en de heuvel weerklinkt een ruisende stem hard,
van de lucht.
Overal verzamelt het zich langzaam, in brand;
ja onder het maanlicht!
Het felle koor brandt, de bergen zijn omgord,
Om te verenigen, en in dit land, passeert degene daarbuiten het,
Tirg da dat.
Ja, dat lijkt me nogal onzin, het lijkt erop dat BT ook niet voor mij is.
Jij bent!
Op weg naar de rotsachtige bron, in het dichte bos, dik en donker
Hij vertrok bij zonsopgang... dauw en mist... nog niet gegraasd,
Dauw op de voeten, mist op het vlees.
Achttien uur tot zonsondergang.
Hoog in de lucht, stralen van de zon, dageraad
Een steile afdaling vertroebelt het groen van het hazelaarbos, het geel van het platanenbos.
Groen is de knop van de iris... herder ben ik, hier in de bergen.
Als de zon opkomt, neem ik mijn kudde op de balken
Als de maan opkomt zeg ik het bos welterusten
En het blad zwaait met me, en de doina kalmeert me,
En de gedachte brengt me in beweging, en de pijp kalmeert me.
Fee Belladonna, gras van het bos, bloem van het bos, laat me je ophalen
In maanlicht, midden in het bos, in hun tuin
In de diepten van een dikke nacht maakt de eenzame maan de hechtingen los om de betovering het over te laten nemen
plaats.
Meesters van de wind, de vijanden van de aarde
Blijf achter me, toon me mijn weg;
laat de betovering vanzelf vorm krijgen.
Op de hoge top heuvel, mist en duisternis (negura)
Van diep in de vallei, tot ver in de verte.
Van berg tot berg, van rijk tot rijk, van steen tot steen
(Bergen 'lynx, bossen' beren, beesten van de heuvels
Vossen van de rotsen, bronnen van de bosjes, ze staarden allemaal en...
benieuwd.)
Van binnenuit winden en wervelwinden weggegooid naar de sterren
Om de aarde te meten met zijn stappen en de lucht met zijn gedachten.
Op een pad van de verlorenen, richting Ursu Mare... de Bovenwereld op.
De nabije hemel spreekt de geheime wijsheid.
(Bossen trilden, sparren en iepen trilden, beuken en platanen trilden
buigen,
Hij koelde zijn voorhoofd, kuste zijn hand, huilde over hem met hun zucht.)
Zijn stappen meten de aarde, zijn bliksem de lucht.
In het bos van de lucht... het hart van de aarde.
Inderdaad!
Op een pad door het struikgewas… bij het oude hazelaarbos
Aan de voet van een berg, op de laagste heuvels,
Door stille velden geblazen door wind,
's Nachts gevangen in het bos - ik ben hun lang vergeten verschijning.
Groene dennenknop in de bergen, op de laagste heuvels,
Op stille velden geblazen door wind en regen,
Zie, tussen de bergen en de heuvels weergalmt een machtige stem van
boven.
Van overal verzamelen ze zich rond het vuur, in maanlicht!
Rondedans begint, het houdt de bergen vast,
Ze worden één, en brengen het andere land in dit land,
Een ruil!
Door te geven, ben je van de berg... je bent het!
Liedjes in verschillende talen
Hoogwaardige vertalingen in alle talen
Vind binnen enkele seconden de teksten die je nodig hebt