Un trou noir au bout d'un appât - Les sœurs Boulay

T’as mis ton cœur dans le frigidaire

Un abri tempo sur ta beauté

Tu sais pas si c’est la lumière

Ou ben le soir qui t’donne soif

Tu fais rien que casser des miroirs

Pis tu mets des clous dans tes souliers

Ta bonne étoile c’t’un gros trou noir

Au bout d’un appât

Mais t’es où pendant tout ce temps

T’es où pendant tout ce temps

T’as mis ta belle robe d’hôtesse de l’air

T’es même pas partie pis t’as pleuré

C’est toi qui as éteint les lampadaires

T’as dit qu’c'était l'électricité

T’arrêtes pas de remplir tes placards

De grandes valises pour t’y enterrer

Tu passes aux douanes les trésors

Qui s’achètent pas

Mais t’es où pendant tout ce temps

T’es où pendant tout ce temps

J’espère que t’es à que’que part en dedans

De dehors t’as l’air d'être nulle part

Mais t’es où pendant tout ce temps

T’es où pendant tout ce temps

J’espère que t’es à que’que part en dedans

De dehors t’as l’air d'être nulle part

Je stopt je hart in de koelkast

Een tempo beschutting op je schoonheid

Je weet niet of het het licht is

Of de avond waar je dorst van krijgt

Je breekt gewoon spiegels

En je steekt spijkers in je schoenen

Je geluksster is een groot zwart gat

Aan het einde van een aas

Maar waar ben je al die tijd geweest?

Waar was je al die tijd

Je hebt je mooie stewardessjurkje aangetrokken

Je ging niet eens weg en je huilde

Jij was het die de straatverlichting uitdeed

Je zei dat het elektriciteit was

Je blijft je kasten vullen

Grote koffers om je in te begraven

Jij ruimt de schatten op

die niet kan worden gekocht?

Maar waar ben je al die tijd geweest?

Waar was je al die tijd

Ik hoop dat je binnen bent

Van buiten zie je eruit alsof je nergens bent

Maar waar ben je al die tijd geweest?

Waar was je al die tijd

Ik hoop dat je binnen bent

Van buiten zie je eruit alsof je nergens bent