Rant & Roar - Great Big Sea

We’ll rant and we’ll roar like true Newfoundlanders

We’ll rant and we’ll roar on deck and below

Until we strikes bottom inside the two sunkers

When straight through the channel to Toslow we’ll go

I’m a son of a sea cook, I’m a cook in a trader

I can dance, I can sing, I can reef the main boom

I can handle a jigger, I cuts a fine figure

Whenever I gets in a boats standing room

Farewell and adieu to ye young maids of Valen

Oderin and Presque, Fox Hole and Bruley

I’m bound for the westward to the wall with the hole in

I can’t marry all or a chokey I’ll be

We zullen tieren en we zullen brullen als echte Newfoundlanders

We zullen tieren en we zullen brullen op het dek en beneden

Totdat we de bodem bereiken in de twee sunkers

Als we dwars door het kanaal naar Toslow gaan, gaan we

Ik ben een zoon van een zeekok, ik ben een kok in een handelaar

Ik kan dansen, ik kan zingen, ik kan de grote boem blazen

Ik kan tegen een stootje, ik sla een goed figuur

Telkens wanneer ik in een staruimte van een boot stap

Vaarwel en vaarwel aan de jonge dienstmeisjes van Valen

Oderin en Presque, Fox Hole en Bruley

Ik ben op weg naar het westen naar de muur met het gat erin

Ik kan niet met iedereen trouwen of ik zal een chokey zijn