Zehn kleine Jägermeister - Frei.Wild

10 kleine Jägermeister rauchten einen Joint,

Den einen hat es umgehau’n, da waren’s nur noch 9.

9 kleine Jägermeister wollten gerne erben

8 kleine Jägermeister fuhren gerne schnell.

7 fuhr’n nach Düsseldorf und einer fuhr nach Köln,

Refr.:

Einer für alle, alle für einen,

Wenn einer fort ist, wer wird denn gleich weinen.

Einmal trifft’s jeden, ärger dich nicht.

So geht’s im Leben, du oder ich.

7 kleine Jägermeister war’n beim Rendezvous,

Beim einen kam ganz unverhofft der Ehemann hinzu.

6 kleine Jägermeister wollten Steuern spar’n,

Einer wurde eingelocht, 5 durften nachbezahl’n.

5 kleine Jägermeister wurden kontrolliert,

Ein Polizist nahm’s zu genau, da war’n sie noch zu viert.

Refr.:

Einer für alle, alle für einen,

Wenn einer fort ist, wer wird denn gleich weinen.

Einmal trifft’s jeden, ärger dich nicht.

So geht’s im Leben, du oder ich.

Einmal muß jeder geh’n, und wenn dein Herz zerbricht.

Davon wird die Welt nicht untergeh’n, Mensch ärger dich nicht.

4 kleine Jägermeister bei der Bundeswehr,

Sie tranken um die Wette, den Besten gibt’s nicht mehr.

3 kleine Jägermeister gingen ins Lokal,

Dort gab’s zwei Steaks mit Bohnen, und eins mit Rinderwahn.

2 kleine Jägermeister baten um Asyl,

Einer wurde angenomm’n, der and’re war zu viel.

Refr.:Einer für alle, alle für einen,

Wenn einer fort ist, wer wird denn gleich weinen.

Einmal trifft’s jeden, ärger dich nicht.

So geht’s im Leben, du oder ich.

Einmal muß jeder geh’n, und wenn dein Herz zerbricht.

Davon wird die Welt nicht untergeh’n, Mensch ärger dich nicht.

Ja davon wird die

Welt nicht untergeh’n, Mensch ärger dich

Nicht.

1 kleiner Jägermeister war nicht gern allein,

Drum lud er sich zum Osterfest neun neue Meister ein.

10 kleine Jägermeister rookten een joint,

Eén werd weggeblazen, er waren er nog maar 9 over.

9 kleine Jägermeisters wilden erven

8 kleine Jägermeisters reden graag hard.

7 gingen naar Düsseldorf en één ging naar Keulen,

ref.:

Een voor allen, allen voor een,

Als er een weg is, wie zal er dan huilen?

Het raakt iedereen een keer, maak je geen zorgen.

Dat is het leven, jij of ik.

7 kleine Jägermeisters waren op het rendez-vous,

In één geval kwam de echtgenoot onverwachts langs.

6 kleine Jägermeister wilde belasting besparen,

Een werd gepot, 5 mochten terugbetalen.

5 kleine Jägermeister werden gecontroleerd,

Een politieagent nam het te serieus toen ze met z'n vieren waren.

ref.:

Een voor allen, allen voor een,

Als er een weg is, wie zal er dan huilen?

Het raakt iedereen een keer, maak je geen zorgen.

Dat is het leven, jij of ik.

Iedereen moet een keer gaan, zelfs als je hart breekt.

Dit zal de wereld niet beëindigen, maak je geen zorgen.

4 kleine Jägermeister in de Bundeswehr,

Ze dronken in een weddenschap, er is niet langer de beste.

3 kleine Jägermeister ging het restaurant binnen,

Er waren twee steaks met bonen en één met gekke koe.

2 kleine Jägermeister vroeg asiel aan,

De ene werd geaccepteerd, de andere was te veel.

Refr.: Eén voor allen, allen voor één,

Als er een weg is, wie zal er dan huilen?

Het raakt iedereen een keer, maak je geen zorgen.

Dat is het leven, jij of ik.

Iedereen moet een keer gaan, zelfs als je hart breekt.

Dit zal de wereld niet beëindigen, maak je geen zorgen.

Ja dat zal het zijn

Beëindig de wereld niet, man, irriteer je

Niet.

1 kleine Jägermeister was niet graag alleen,

Daarom nodigde hij negen nieuwe meesters uit op Pasen.