Hass - Dorn

Nach der Sehnsucht kommt der Trotz

Und nach der Liebe kommt der Hass.

Anfangs rar und leicht, später stark und oft,

Bis die Vernunft neben dem dunklen Schönen verblasst.

Schön ist das Suhlen im schwarzen Blut,

Das der Hass immer und immer wieder verspritzt.

Verdeckt es doch all die elende Leidensglut,

Die versucht zu entflammen, so hell wie ein Blitz.

Hass ist die Macht des leichten Vergessens.

Ein leichter Weg der schnellen Einfachheit.

Nicht immer sei vom schweren Weg besessen.

Denn Hass führt zum Ziel und nur selten zur Dummheit.

Nur darfst du den Weg nicht zu oft beschreiten.

Denn das schwarze Blut weicht immer schwerer von dir.

Aus leuchtend Rot wird triefend Schwarz in deinem Leibe

Und die Augen stählen sich dunkel zur rachsüchtigen Gier.

Doch selber musst du finden das Ende deines Weges

Und am Ende schreite weiter oder kehre um.

Du gehst eigen mein Freund und es gibt keinen Segen.

Hass verdeckt all die elende Leidensglut.

Na verlangen komt verzet

En na liefde komt haat.

Aanvankelijk zeldzaam en licht, later sterk en frequent,

Tot het gezond verstand vervaagt naast de duistere schoonheid.

Mooi wentelt zich in zwart bloed,

Dat de haat keer op keer spuit.

Het verbergt alle ellendige hartstocht van het lijden,

Proberen te ontsteken, helder als de bliksem.

Haat is de kracht van gemakkelijk vergeten.

Een gemakkelijke manier van snelle eenvoud.

Wees niet altijd geobsedeerd door het moeilijke pad.

Want haat leidt tot het doel en slechts zelden tot domheid.

Je moet het pad alleen niet te vaak betreden.

Omdat het zwarte bloed steeds moeilijker wordt om je te verlaten.

Fel rood wordt druipend zwart in je lichaam

En de ogen staal donker in wraakzuchtige hebzucht.

Maar je moet zelf het einde van je pad vinden

En op het einde, ga verder of keer terug.

Je gaat alleen mijn vriend en er is geen zegen.

Haat bedekt alle ellendige sintels van lijden.