Senhor dono da casa - Belchior

Ah!

Meu senhor, dono da casa

Acorde, pois o sol quer lhe dizer

Que a morte fez metade do caminho

Abra, que sou seu vizinho;

Saia, pra me responder

Que homens são esses

Que andam guerreando

De noite e de dia?

Padrinosso, avemaria !

Quantas barcas sobre as águas

Marcas de mortos no chão;

Quanto sangue derramado

Na palma da minha mão…

Ave Maria, mãe do pessoal

Juntei as economias

Pra gastar só nos maus dias

E gasto hoje, afinal

Pelo sinal do pão nosso

De cada dia é que eu

Me livro dos inimigos

Assim na terra, como no céu

Oh!

Mijn heer, eigenaar van het huis

Wakker worden, want de zon wil het je vertellen

Die dood maakte het halve werk

Open, ik ben je naaste;

Ga weg, om mij te antwoorden

welke mannen zijn dit?

die vechten?

Bij nacht en dag?

Peetvader, wees gegroet Maria!

Hoeveel boten op het water

Dode sporen op de vloer;

Hoeveel bloed is er vergoten?

In de palm van mijn hand...

Wees gegroet, moeder van het personeel

Ik deed mee met de spaaractie

Alleen te besteden op slechte dagen

Het is tenslotte vandaag besteed

Door het teken van ons brood

Van elke dag dat ik

Ontdoe je van vijanden

Dus op aarde, zoals in de hemel