Пісня - Воплі Відоплясова

Пташина навеснi

Спiвау до зорi.

Маленькi солов’ы,

А дуже голоснi.

Приумно на дворi,

Вийду рано,

Вийду рано

Послухать спiви солов’я.

П-в.

Пiсня, пiсня,

Бом-бом-бом, летюча.

Подамся до води,

Швидше до води.

З вiтром летимо

Наперегони.

Вiдстав!

Вiдстав!

Метелики малi

Пурхають жваво у травi.

Ген-ген у лiс

Бiг, бiг, бiг,

У серцi гiмни нiс

Всьому живому.

Влiз на ялину,

Пiдняв трембiту,

Чудовi звуки, —

Гей-я!

Берим-бом-бом, бери-ба,

Через гори,

Через лiси

Гордо лийся

Бада-будапа…

AeП-в.

Пiсня, пiсня,

Бом-бом-бом, летюча.

Приумно на дворi

Я вийду до зорi,

Маленькi солов’ы

Спiвають у душi.

Босонiж у траву

Я вийду зрану

Спiвати славу

Звiрям, птахам — братам нашим.

Een vogel in de lente

Ik zong tot het ochtendgloren.

Kleine nachtegalen,

En erg luid.

Echt in de tuin

Ik ben vroeg weg

Ik ben vroeg weg

Luister naar de liedjes van de nachtegaal.

P-v.

Lied lied,

Boem-boem-boem, vliegen.

Ik ga naar het water,

Sneller naar het water.

Wij vliegen met de wind

Rassen.

Leun achterover!

Leun achterover!

Vlinders zijn klein

Ze fladderen vrolijk door het gras.

Gen-gen in het bos

Loop loop loop,

Hymns neus in het hart

Naar alle levende wezens.

De spar beklommen,

Verhoogde de trembita,

Geweldige geluiden, -

Hoi!

Berim-bom-bom, beri-ba,

Door de bergen,

Door de bossen

Met trots schenken

Bada-budapa…

AeP-v.

Lied lied,

Boem-boem-boem, vliegen.

Gezellig in de tuin

Ik ga naar de dageraad,

Kleine nachtegalen

Ze zingen in de ziel.

Op blote voeten in het gras

Ik vertrek vroeg

zing glorie

Beesten, vogels - onze broeders.