Les Ils Et Les Ons - Téléphone

Tu dis,

Que tu n’admets pas.

Que tu ne tolères pas.

Et je me demande ce que tu vois.

Tu affirmes,

Qu’ils ne t’auront pas,

Qu’ils ne te changeront pas.

Garde ta révolte au fond de toi,

Garde ta révolte au fond de toi.

Car jeune con, ou vieux con,

Toujours égal à toi même, à toi même, à toi même.

Un pays loin d’ici ou tout près si tu veux,

Deux peuples en un et un peuple en deux.

A ma droite les ils,à ma gauche les ons et leur chef Léon.

Les ils si futiles sortent en ville paraît-il,

Entourés de presqu’ilset de ons serviles.

Les ons toujoursmarrons se croient sensés (sans c) les cons.

Qu’ils travaillent à la ville, qu’ils travaillent à la mine,

Qu’ils soient camés les ons sont tous pâlichons.

Car les ils donnent aux ons l’air ® qu’ils n’ont pas au fond.

Et le on rend des ronds, rêve de révolutions ah!

ah!

Et chaque on a ses ils dessus.

Et chaque il a ses ons dessous.

Question:

Qui est il et qui est on?

Est-on presqu’il ou est-on né on?

Tu affirmes,

Que c’est bien comme ça,

Que ça ne changera pas.

Et tant pis pour toi ça changera.

Et si naguère, c'était mieux naguère.

Moi je n'étais pas né, naguère

Attends-toi à de nouvelles manières,

Attends-toi à de nouvelles manières.

Car jeune con ou vieux con,

Toujours égal à toi même, à toi même, à toi même.

Toujours égal à toi même, à toi même, à toi même.

Toujours égal à toi même, égal à toi même.

Jij zegt,

Dat je niet toegeeft.

Dat je niet tolereert.

En ik vraag me af wat je ziet.

Jij beweert,

Dat ze je niet krijgen

Dat ze je niet zullen veranderen.

Houd je opstand diep van binnen,

Houd je rebellie diep van binnen.

Want jonge eikel, of oude eikel,

Altijd gelijk aan jezelf, aan jezelf, aan jezelf.

Een land hier ver vandaan of dichtbij als je wilt,

Twee volkeren in één en één volk in twee.

Rechts van mij de zij, links van mij de ons en hun leider Léon.

Het lijkt alsof ze zo zinloos de stad in gaan,

Omgeven door schiereilanden en slaafse ons.

De altijd bruine ons denken dat ze gezond zijn (zonder c) de klootzakken.

Of ze nu in de stad werken, of ze in de mijn werken,

Of het nu junks zijn, de ons zijn allemaal bleek.

Omdat ze de ons de lucht geven ® hebben ze niet diep van binnen.

En we maken cirkels, dromen van revoluties ah!

haha!

En elk heeft zijn zij erop.

En elk heeft zijn ons eronder.

Vraag:

Wie is hij en wie zijn wij?

Zijn we er bijna of zijn we geboren?

Jij beweert,

Hoe goed is het,

Dat zal niet veranderen.

En jammer voor jou zal het veranderen.

En als het ooit beter was.

Ik, ik ben niet geboren, niet lang geleden

Verwacht nieuwe manieren,

Verwacht nieuwe manieren.

Omdat jonge dwaas of oude dwaas,

Altijd gelijk aan jezelf, aan jezelf, aan jezelf.

Altijd gelijk aan jezelf, aan jezelf, aan jezelf.

Altijd gelijk aan jezelf, gelijk aan jezelf.