Разговор в поезде - Машина времени

Вагонные споры — последнее дело,

И каши из них не сварить.

Но поезд идёт, в окошке стемнело,

И тянет поговорить.

И двое сошлись не на страх,

А на совесть — колёса прогнали сон.

Один говорил: Наша жизнь — это поезд.

Другой говорил: перрон.

Один утверждал: На пути нашем чисто,

Другой возражал: Не до жиру.

Один говорил, мол, мы — машинисты,

Другой говорил: пассажиры.

Один говорил: Нам свобода — награда:

Мы поезд, куда надо ведём.

Другой говорил: Задаваться не надо.

Как сядем в него, так и сойдём.

А первый кричал: Нам открыта дорога

На много, на много лет.

Второй отвечал: Не так уж и много —

Всё дело в цене на билет.

А первый кричал: Куда хотим, туда едем

И можем, если надо, свернуть.

Второй отвечал, что поезд проедет

Лишь там, где проложен путь.

И оба сошли где-то под Таганрогом

Среди бескрайних полей.

И каждый пошёл своею дорогой,

А поезд пошёл своей.

Wagengeschillen zijn het laatste wat er is

En kook er geen pap van.

Maar de trein komt eraan, het wordt donker door het raam,

En wil praten.

En de twee kwamen samen, niet uit angst,

En op het geweten - de wielen verdreven de droom.

Een zei: Ons leven is een trein.

Een ander zei: platform.

Een beweerde: Ons pad is duidelijk,

Een ander maakte bezwaar: niet te dik.

De een zei, ze zeggen, we zijn machinisten,

Een ander zei: passagiers.

Een zei: Vrijheid is onze beloning:

Wij zijn de trein waar we heen moeten.

Een ander zei: Het is niet nodig om te vragen.

Zoals we erin zitten, zo dalen we af.

En de eerste riep: De weg ligt voor ons open

Voor vele, vele jaren.

De tweede antwoordde: Niet zo veel -

Het draait allemaal om de ticketprijs.

En de eerste riep: waar we maar willen, we gaan erheen

En we kunnen, indien nodig, omkeren.

De tweede antwoordde dat de trein zal passeren

Alleen daar waar het pad is gelegd.

En beiden stapten uit ergens in de buurt van Taganrog

Tussen de eindeloze velden.

En iedereen ging zijn eigen weg

En de trein ging verder.