Sereia de Água Doce - Maria Bethânia

Andando de manhãzinha

Um cumpadre amigo meu

Se assustou com a moça linda

Que passou ao lado seu

Correndo ele veio avisar

Branco, tremeu, gritou

Você não vai acreditar

Na sereia que aqui passou

De onde ela é?

É do Bonito quem diz

É o que preciso

O rio Bonito é feliz

É o paraíso

O rio Bonito senhor

Não fica triste

Praia coberta de flor

Sempre resiste

Daqui a pouco vem João

Correndo, gritando e acenando com a mão

Animado vem avisar

Que os homens tão loucos

A moça a sambar

Quando chego na roda de samba

Só pode ser Deus quem fez

Cinturinha de pilão

Mariquinha nem chega aos seus pés

wandelen vroeg in de ochtend

Een vriend van mij

Hij was bang voor het mooie meisje

Dat ging naast je voorbij

Rennend kwam hij waarschuwen

Wit, beefde, schreeuwde

Je zult niet geloven

In de zeemeermin die hier voorbij kwam

Waar komt zij vandaan?

Het is van de mooie die zegt

Het is wat ik nodig heb

De prachtige rivier is blij

Het is het paradijs

O Rio Bonito meneer

Wees niet droevig

Strand bedekt met bloemen

altijd weerstand bieden

Over een tijdje, João

Rennend, schreeuwend en zwaaiend met zijn hand

Opgewonden kom waarschuwen

Die mannen zo gek

Het meisje om te samba

Als ik aankom bij de roda de samba

Het kan alleen God zijn die gemaakt heeft

Stamper riem

Mariquinha komt niet eens overeind