Vergine Madre - Marco Frisina

Vergine Madre, figlia del tuo figlio,

umile ed alta più che creatura,

termine fìsso d’eterno consiglio,

tu sei colei che l’umana natura

nobilitasti sì, che il suo fattore

non disdegnò di farsi sua fattura.

Nel ventre tuo si raccese l’amore,

per lo cui caldo ne l’eterna pace

così è germinato questo fiore.

Qui sei a noi meridiana face

di caritate, e giuso, intra i mortali,

sei di speranza fontana vivace.

Donna, sei tanto grande e tanto vali,

che qual vuoi grazia e a te non ricorre,

sua disianza vuoi volar sanz’ali.

La tua benignità non pur soccorre

a chi domanda, ma molte fiate

liberamente al dimandar precorre.

In te misericordia, in te pietate,

in te magnificenza, in te s’aduna

quantunque in creatura è di bontade.

Amen.

Maagdelijke Moeder, dochter van uw zoon,

nederig en hoog meer dan een schepsel,

vaste termijn van eeuwig advies,

jij bent degene die de menselijke natuur is

je veredelde ja, dat zijn factor

hij minachtte niet om zijn eigen rekening te maken.

Liefde verzameld in je baarmoeder,

voor wiens warmte er eeuwige vrede is

zo is deze bloem ontkiemd.

Hier ben je meridiana gezicht

van naastenliefde, en juist onder stervelingen,

je bent een levendige fontein van hoop.

Vrouw, je bent zo geweldig en zo waardig,

dat welke genade wil je en het spreekt je niet aan,

je wilt sanz'ali vliegen.

Uw vriendelijkheid helpt niet

aan degenen die vragen, maar veel ademhalingen

vrij op de vraag die hij anticipeert.

Barmhartigheid in jou, genade in jou,

in jou grootsheid, in jou verzamelt het zich

hoewel het in wezen van goedheid is.

Amen.