Trümmerberg - Mantus

Musik hämmert in meinem Schädel

ich bin hier, um zu vergessen.

Heute gibt es keine Hoffnung.

Schwere Wolken ziehn heran:

ein Hassgewitter.

Lauter noch, bis das Herz erzittert.

Tiefer, bis die Erde bebt.

Ich versuche, die Ohnmacht abzuschütteln

und verfalle in Gleichgültigkeit.

Mögen all die fremden Gifte und die Tränen in mir verbrennen.

Hämmern im Schädel, ein Nachtgebet.

Ich stürze mich in seltsame Gefühle,

suhle mich im Dreck der Zivilisation.

Die Maschinen sind gut geölt.

Vertrauen war gestern.

Alles zerfällt.

Das Individuum ist eine Lüge

und ich gehe bis zum Äußersten.

Ich stehe auf dem Trümmerberg und schaue in die Tiefe.

Die Musik ist nur noch ein Fiepen in den Ohren.

Totentanz

Ich weiß, ich bin hässlich.

Soll die Welt doch bis morgen untergehen.

Muziek bonst in mijn schedel

ik ben hier om te vergeten

Vandaag is er geen hoop.

Zware wolken trekken binnen:

een haatstorm.

Luider tot je hart trilt.

Dieper tot de aarde beeft.

Ik probeer de flauwtes van me af te schudden

en vallen in onverschilligheid.

Mogen alle vreemde vergiften en de tranen in mij branden.

In de schedel bonzen, een nachtgebed.

Ik stort me in vreemde gevoelens

wentelen in de vuiligheid van de beschaving.

De machines zijn goed geolied.

Vertrouwen was gisteren.

Alles valt uit elkaar.

Het individu is een leugen

en ik ga tot het uiterste.

Ik sta op de puinberg en kijk de diepte in.

De muziek is slechts een piep in je oren.

dans van de dood

ik weet dat ik lelijk ben

Moet de wereld morgen vergaan?