Kriechkotze - Turbostaat

Kriechkotze im Auto

Mit den Augen auf halbmast

Und es gab Eintopf und Pudding

Und jetzt marschier’n im Park

Die Familienfestung

Am heiligen Sonntag

Die Familie das Scheißhaus

Wo alles verreckt

Mit gewaschenen Fingern

Und gebügeltem Hass

Und wie oft schlägst du zu

Bis du dich endlich traust?

Die Schöpfer und die Flaschen

Schluck um Schluck

Ich brauche nichts, ich brauche niemand

Stark wie ein Löwe, hier bin ich

Immer auf der Stelle

In jede Wand, in jedes Loch

Beschiss’ner Tag, verpönte Nacht

Hilflos unter meiner Decke

Mit zugehalt’nen Ohr’n

Kriechkotze voll Sehnsucht

Ich brauche nichts

Ich brauche

Nichts

Kruipende kots in de auto

Met ogen halfstok

En er was stoofpot en pudding

En nu marcheren in het park

Het familiefort

Op Stille Zondag

De familie het stronthuis

Waar alles vergaat

Met gewassen vingers

En gestreken haat

En hoe vaak sla jij?

Tot je eindelijk durft?

De makers en de flessen

Slokje voor slokje

Ik heb niets nodig, ik heb niemand nodig

Sterk als een leeuw, hier ben ik

Altijd ter plaatse

In elke muur, in elk gat

Shit day, fronsend in de nacht

Hulpeloos onder mijn dekens

Met gesloten oren

Kruipend braaksel vol verlangen

ik heb niets nodig

ik heb nodig

niets