My Kind Of Hell - Elton John, Leon Russell

Your hot coffee and my black tea,

I don’t know about that,

Oh I guess we choose to disagree,

But I like your pork pie hat,

Your sister always came

between us,

Claiming she knew best,

But she hitched her wagon to a diplomat

And moved to Bucharest,

While we just go around and round,

Like a dull thud in a bell

Oh I can’t say I ever

liked you much,

But you’re my kind of hell,

Oh I can’t say I ever

liked you much,

But you’re my kind of hell

Peddlers filled the

New York streets,

Selling watches from a tray,

The thief in you said,

«it's no sin,

Hell they stole ‘em anyway»,

We were living cheap

in an old hotel,

Eating rice and beans,

Staying up late talking politics

With a couple of

Times Square queens,

But we just turned the heat up on

The stories we could tell

Oh I can’t say I ever

liked you much,

But you’re my kind of hell,

Oh I can’t say I ever

liked you much,

But you’re my kind of hell

An island somewhere in the sun

Was always on my mind,

But you tanned from the inside out,

Drinking cocoa butter wine,

While you sold your past

like Baptist fire,

I was making plans to leave,

But you trapped me as that

ball just fell

On another New Year’s Eve,

So I gave it up for what it’s worth

And crawled into your shell

Oh I can’t say I ever

liked you much,

But you’re my kind of hell,

Oh I can’t say I ever

liked you much,

But you’re my kind of hell

Jouw hete koffie en mijn zwarte thee,

daar weet ik niets van,

Oh, ik denk dat we ervoor kiezen om het niet eens te zijn,

Maar ik hou van je porkpie-hoed,

Je zus kwam altijd

tussen ons,

Beweren dat ze het het beste wist,

Maar ze koppelde haar wagen aan een diplomaat

En verhuisde naar Boekarest,

Terwijl we gewoon rond en rond gaan,

Als een doffe plof in een bel

Oh, ik kan niet zeggen dat ik ooit

vond je erg leuk,

Maar je bent mijn soort hel,

Oh, ik kan niet zeggen dat ik ooit

vond je erg leuk,

Maar je bent mijn soort hel

Verkopers vulden de

New Yorkse straten,

Horloges verkopen vanuit een dienblad,

De dief in jou zei:

«het is geen zonde,

Verdorie, ze hebben ze toch gestolen»,

We leefden goedkoop

in een oud hotel,

Rijst en bonen eten,

Laat opblijven om over politiek te praten

Met een paar

Times Square-koninginnen,

Maar we hebben net de verwarming aangezet

De verhalen die we konden vertellen

Oh, ik kan niet zeggen dat ik ooit

vond je erg leuk,

Maar je bent mijn soort hel,

Oh, ik kan niet zeggen dat ik ooit

vond je erg leuk,

Maar je bent mijn soort hel

Een eiland ergens in de zon

Was altijd in mijn gedachten,

Maar je bruinde van binnenuit,

Cacaoboterwijn drinken,

Terwijl jij je verleden verkocht

als baptistenvuur,

Ik maakte plannen om te vertrekken,

Maar je hebt me zo in de val gelokt

bal is net gevallen

Op nog een oudejaarsavond,

Dus ik gaf het op voor wat het waard is

En kroop in je schulp

Oh, ik kan niet zeggen dat ik ooit

vond je erg leuk,

Maar je bent mijn soort hel,

Oh, ik kan niet zeggen dat ik ooit

vond je erg leuk,

Maar je bent mijn soort hel