Celui qui est seul - Eddy Mitchell

Celui qui est seul, celui qui est seul

Celui qui est seul, oh, si seul que je le tais

Celui qui est seul, celui-là seul connaît

La longue agonie d’attendre en vain la main d’un ami, l’amour au moins

Seul celui qui est seul, mais pas seulement, comprend

Celui qui est seul

Celui qui est seul, celui qui est seul

Celui qui est seul, peut-être seul avec vous

Celui qui est seul, sa solitude est pour vous

Donnez-lui demain une autre chance de parler enfin de ses silences

Qu’il ne soit plus seul, et seulement celui

Celui qui est seul

Degene die alleen is, degene die alleen is

De eenzame, oh, zo eenzaam dat ik stil ben

Hij die alleen is, hij alleen weet

De lange kwelling van tevergeefs wachten op de hand van een vriend, liefde tenminste

Alleen hij die alleen is, maar niet alleen, begrijpt

degene die alleen is

Degene die alleen is, degene die alleen is

Degene die alleen is, misschien alleen met jou

Hij die alleen is, zijn eenzaamheid is voor jou

Geef hem morgen nog een kans om eindelijk over zijn stiltes te praten

Moge hij niet langer alleen zijn, en alleen de enige

degene die alleen is