Hieronder staat de songtekst van het nummer Jean Desprez , artiest - Country Joe McDonald met vertaling
Originele tekst met vertaling
Country Joe McDonald
Oh, ye whose hearts are resonant, and ring to War’s romance
Hear ye the story of a boy, a peasant boy of France
A lad uncouth and warped with toil, yet who, when trial came
Could feel within his soul upleap and soar the sacred flame;
Could stand upright, and scorn and smite, as only heroes may:
Oh, hearken!
Let me try to tell the tale of Jean Desprez
With fire and sword the Teuton horde was ravaging the land
And there was darkness and despair, grim death on every hand;
Red fields of slaughter sloping down to ruin’s black abyss;
The wolves of war ran evil-fanged, and little did they miss
And on they came with fear and flame, to burn and loot and slay
Until they reached the red-roofed croft, the home of Jean Desprez
«Rout out the village one and all!»
the Uhlan Captain said
«Behold!
Some hand has fired a shot.
My trumpeter is dead
Now shall they Prussian vengeance know;
now shall they rue the day
For by this sacred German slain, ten of these dogs shall pay.»
They drove the cowering peasants forth, women and babes and men
And from the last, with many a jeer the Captain chose he ten
Ten simple peasants, bowed with toil, they stood, they knew not why
Against the grey wall of the church, hearing their children cry;
Hearing their wives and mothers wail, with faces dazed they stood
A moment only … Ready!
Fire!
They weltered in their blood
But there was one who gazed unseen, who heard the frenzied cries
Who saw these men in sabots fall before their children’s eyes;
A Zouave wounded in a ditch, and knowing death was nigh
He laughed with joy: «Ah!
here is where I settle ere I die.»
He clutched his rifle once again, and long he aimed and well …
A shot!
Beside his victims ten the Uhlan Captain fell
They dragged the wounded Zouave out;
their rage was like a flame
With bayonets they pinned him down, until their Major came
A blond, full-blooded man he was, and arrogant of eye;
He stared to see with shattered skull his favorite Captain lie
«Nay do not finish him so quick, this foreign swine,» he cried;
«Go nail him to the big church door: he shall be crucified.»
With bayonets through hands and feet they nailed the Zouave there
And there was anguish in his eyes, and horror in his stare;
«Water!
A single drop!»
he moaned, but how they jeered at him
And mocked him with an empty cup, and saw his sight grow dim;
And as in agony of death with blood his lips were wet
The Prussian Major gaily laughed, and lit a cigarette
But mid the white-faced villagers who cowered in horror by
Was one who saw the woeful sight, who heard the woeful cry:
«Water!
One little drop, I beg!
For love of Christ who died …»
It was the little Jean Desprez who turned and stole aside;
It was the little barefoot boy who came with cup abrim
And walked up to the dying man, and gave the drink to him
A roar of rage!
They seize the boy;
they tear him fast away
The Prussian Major swings around;
no longer is he gay
His teeth are wolfishly agleam;
his face all dark with spite:
«Go shoot the brat,» he snarls, «that dare defy our Prussian might
Yet stay!
I have another thought.
I’ll kindly be, and spare;
Quick!
give the lad a rifle charged, and set him squarely there
And bid him shoot, and shoot to kill.
Haste!
make him understand
The dying dog he fain would save shall perish by his hand
And all his kindred they shall see, and all shall curse his name
Who bought his life at such a cost, the price of death and shame.»
They brought the boy, wild-eyed with fear;
they made him understand;
They stood him by the dying man, a rifle in his hand
«Make haste!»
said they, «the time is short, and you must kill or die.»
The Major puffed his cigarette, amusement in his eye
And then the dying Zouave heard, and raised his weary head:
«Shoot, son, 'twill be the best for both;
shoot swift and straight,» he said
«Fire first and last, and do not flinch;
for lost of hope am I;
And I will murmur: Vive La France!
and bless you ere I die.»
Half-blind with blows the boy stood there, he seemed to swoon and sway;
Then in that moment woke the soul of little Jean Desprez
He saw the woods go sheening down, the larks were singing clear;
And oh!
the scents and sounds of spring, how sweet they were!
how dear!
He felt the scent of new mown hay, a soft breeze fanned his brow;
O God!
the paths of peace and toil!
How precious were they now
The summer days and summer ways, how bright with hope and bliss!
The autumn such a dream of gold … and all must stand in this:
This shining rifle in his hand, that shambles all around;
The Zouave there with a dying glare;
the blood upon the ground;
The brutal faces round him ringed, the evil eyes aflame;
That Prussian bully standing by, as if he watched a game
«Make haste and shoot,» the Major sneered;
«a minute more I give;
A minute more to kill your friend, if you yourself would live.»
They only saw a bare-foot boy, with blanched and twitching face;
They did not see within his eyes the glory of his race;
The glory of a million men who for fair France have died
The splendor of self-sacrifice that will not be denied
Yet … he was but a peasant lad, and oh!
but life was sweet …
«Your minute’s nearly gone, my lad,» he heard a voice repeat
«Shoot!
Shoot!»
the dying Zouave moaned;
«Shoot!
Shoot!»
the soldiers said
Then Jean Desprez reached out and shot … the Prussian Major dead!
Oh, gij wiens harten resoneren, en klinken naar de romantiek van de oorlog
Hoor het verhaal van een jongen, een boerenjongen van Frankrijk
Een ongemanierde en kromgetrokken jongen, maar die, toen de beproeving kwam...
Kon in zijn ziel de heilige vlam voelen opstijgen en opstijgen;
Kon rechtop staan, en minachten en slaan, zoals alleen helden kunnen:
O, luister!
Laat me proberen het verhaal van Jean Desprez te vertellen
Met vuur en zwaard verwoestte de Duitse horde het land
En er was duisternis en wanhoop, grimmige dood aan alle kanten;
Rode slachtvelden die aflopen naar de zwarte afgrond van de ruïne;
De oorlogswolven renden met boze tanden, en ze misten weinig
En verder kwamen ze met angst en vlammen, om te branden en te plunderen en te doden
Tot ze de croft met rood dak bereikten, het huis van Jean Desprez
«Roep het dorp eens en al uit!»
zei de Uhlan-kapitein:
«Zie!
Een hand heeft een schot gelost.
Mijn trompettist is dood
Nu zullen ze Pruisische wraak weten;
nu zullen ze de dag betreuren
Want door deze heilige Duitse gesneuvelde zullen tien van deze honden boeten.»
Ze dreven de ineengedoken boeren voort, vrouwen en kinderen en mannen
En uit de laatste koos de kapitein met veel gejoel hij tien
Tien eenvoudige boeren, gebogen met zwoegen, ze stonden, ze wisten niet waarom
Tegen de grijze muur van de kerk, hun kinderen horen huilen;
Toen ze hun vrouwen en moeders hoorden jammeren, stonden ze met verdwaasde gezichten
Een momentje … Klaar!
Vuur!
Ze smulden in hun bloed
Maar er was er een die ongezien staarde, die de waanzinnige kreten hoorde
Wie zag deze mannen in sabots voor de ogen van hun kinderen vallen;
Een Zouave gewond in een sloot en wetende dat de dood nabij was
Hij lachte van vreugde: «Ah!
hier is waar ik me vestig voordat ik sterf.»
Hij greep zijn geweer weer, en lang richtte hij en goed...
Een schot!
Naast zijn slachtoffers viel tien de Uhlan-kapitein
Ze sleepten de gewonde Zouaaf naar buiten;
hun woede was als een vlam
Met bajonetten spelden ze hem vast, totdat hun majoor kwam
Een blonde, volbloed man was hij, en arrogant van oog;
Hij staarde om met een verbrijzelde schedel zijn favoriete kapiteinsleugen te zien
"Nee, maak hem niet zo snel af, dit vreemde zwijn," riep hij;
"Ga hem aan de grote kerkdeur spijkeren: hij zal gekruisigd worden."
Met bajonetten door handen en voeten nagelden ze de Zouaaf daar
En er was angst in zijn ogen en afschuw in zijn blik;
"Water!
Een enkele druppel!»
kreunde hij, maar hoe ze hem uitlachten?
En bespotte hem met een lege beker, en zag zijn gezicht verduisteren;
En zoals in doodsangst met bloed waren zijn lippen nat
De Pruisische majoor lachte vrolijk en stak een sigaret op
Maar te midden van de dorpelingen met het witte gezicht die ineengedoken van afschuw door
Was iemand die de treurige aanblik zag, die de treurige kreet hoorde:
"Water!
Een kleine druppel, smeek ik!
Uit liefde voor Christus die stierf...»
Het was de kleine Jean Desprez die zich omdraaide en opzij schoof;
Het was de kleine jongen op blote voeten die kwam met beker abrim
En liep naar de stervende man toe en gaf hem de drank
Een brul van woede!
Ze grijpen de jongen;
ze scheuren hem snel weg
De Pruisische majoor zwaait rond;
hij is niet langer homo
Zijn tanden glimmen als een wolf;
zijn gezicht helemaal donker van wrok:
"Schiet op de snotaap," snauwt hij, "die onze Pruisische macht durft te trotseren"
Blijf toch!
Ik heb een andere gedachte.
Ik zal vriendelijk zijn, en spaarzaam;
Snel!
geef de jongen een geladen geweer en zet hem daar precies neer
En zeg hem schieten, en schieten om te doden.
Haast!
hem laten begrijpen
De stervende hond die hij graag zou redden, zal door zijn hand omkomen
En al zijn verwanten zullen ze zien, en allen zullen zijn naam vervloeken
Die zijn leven heeft gekocht voor zo'n prijs, de prijs van de dood en schaamte.»
Ze brachten de jongen met wilde ogen van angst;
ze maakten het hem duidelijk;
Ze stonden hem bij de stervende man, een geweer in zijn hand
"Maak haast!"
zeiden ze, "de tijd is kort en je moet doden of sterven."
De majoor rookte zijn sigaret, geamuseerd in zijn ogen
En toen hoorde de stervende Zouaaf, en hief zijn vermoeide hoofd op:
'Schiet op, zoon, 't zal voor beiden het beste zijn;
schiet snel en recht», zei hij
«Vuur eerst en als laatste, en aarzel niet;
voor verloren van hoop ben ik;
En ik zal mompelen: Vive La France!
en zegen u voordat ik sterf.»
Halfblind met klappen stond de jongen daar, hij leek te zwijmelen en te zwaaien;
Toen werd op dat moment de ziel van de kleine Jean Desprez . wakker
Hij zag de bossen glanzen, de leeuweriken zongen duidelijk;
En o!
de geuren en geluiden van de lente, hoe zoet waren ze!
hoe lief!
Hij voelde de geur van nieuw gemaaid hooi, een zacht briesje streek langs zijn voorhoofd;
O God!
de paden van vrede en zwoegen!
Hoe kostbaar waren ze nu
De zomerdagen en zomerse wegen, hoe helder van hoop en gelukzaligheid!
De herfst zo'n droom van goud ... en alles moet hierin staan:
Dit glimmende geweer in zijn hand, dat overal heen en weer schuifelt;
De Zouaaf daar met een stervende blik;
het bloed op de grond;
De brutale gezichten om hem heen kringen, de boze ogen vlamden;
Die Pruisische pestkop die erbij staat, alsof hij naar een wedstrijd kijkt
'Haast je en schiet,' sneerde de majoor;
«een minuut meer geef ik;
Nog een minuut om je vriend te vermoorden, als je zelf zou leven.»
Ze zagen alleen een jongen op blote voeten, met een bleek en trillend gezicht;
Ze zagen niet in zijn ogen de glorie van zijn ras;
De glorie van een miljoen mannen die voor eerlijk Frankrijk zijn gestorven
De pracht van zelfopoffering die niet zal worden ontkend
Toch ... hij was maar een boerenjongen, en oh!
maar het leven was zoet...
«Je minuut is bijna voorbij, mijn jongen,» hoorde hij een stem herhalen
"Schieten!
Schieten!"
de stervende Zouaaf kreunde;
"Schieten!
Schieten!"
de soldaten zeiden:
Toen stak Jean Desprez zijn hand uit en schoot ... de Pruisische majoor dood!
Liedjes in verschillende talen
Hoogwaardige vertalingen in alle talen
Vind binnen enkele seconden de teksten die je nodig hebt