Todos os olhos - Tom Zé

De vez em quando

todos os olhos se voltam pra mim,

de lá de dentro da escuridão,

esperando e querendo

que eu seja um herói.

Mas eu sou inocente,

eu sou inocente,

eu sou inocente.

De vez em quando

todos os olhos se voltam pra mim,

de lá do fundo da escuridão

esperando e querendo

que eu saiba.

Mas eu não sei de nada,

eu não sei de ná,

eu não sei de ná.

De vez em quando

todos os olhos se voltam pra mim,

de lá do fundo da escuridão

esperando que eu seja um deus

querendo apanhar, querendo que eu bata,

querendo que eu seja um Deus.

Mas eu não tenho chicote,

eu não tenho chicote,

eu não tenho chicó.

Mas eu sou até fraco,

eu sou até fraco,

eu sou até fraco.

Soms

alle ogen zijn op mij gericht,

vanuit de duisternis,

wachten en willen

dat ik een held ben.

Maar ik ben onschuldig,

Ik ben onschuldig,

Ik ben onschuldig.

Soms

alle ogen zijn op mij gericht,

vandaar uit de diepe duisternis

wachten en willen

dat ik weet.

Maar ik weet niets,

Ik weet niet hoe het zit,

Ik weet het niet van nah.

Soms

alle ogen zijn op mij gericht,

vandaar uit de diepe duisternis

in de hoop dat ik een god ben

willen slaan, willen dat ik sla,

willen dat ik een God ben.

Maar ik heb geen zweep,

ik heb geen zweep,

Ik heb geen chico.

Maar ik ben zelfs zwak,

ik ben zelfs zwak,

Ik ben zelfs zwak.