Salome - Morten Harket

Tolv arvar Han, da Han stod frem i templet.

Tolv ar var Jochanaan, da han dro bort

til orkenen og kallet som stod i templet

i blikket som var innadvendt og sort.

Tolv ar var du, Salome, da du danset,

og da ditt navn ble slynget om profeten,

i oyeblikket da musikken stanset -,

og mannen tok deg med til evigheten

(og dronningen bad gjestene a klappe -),

ja, tok deg med som om du var en avne

som hadde festnet i hans doperkappe,

et stro som hadde festnet i hans har!

Slik ble du nesten ett med dopernavnet,

mens andre kongedotres navn forgar.

Hij erfde er twaalf toen Hij in de tempel verscheen.

Jochanaan was twaalf jaar oud toen hij vertrok

naar de orkaan en de roep die in de tempel stond

in de blik die introvert en zwart was.

Je was twaalf jaar, Salome, toen je danste,

en toen uw naam werd uitgesproken over de Profeet,

op het moment dat de muziek stopte -,

en de man nam je voor altijd mee

(en de koningin vroeg de gasten te aaien -),

ja, neem je aan alsof je een kapelaan bent

die zich in zijn doopkleed had vastgemaakt,

een rietje dat in zijn haar was blijven steken!

Zo werd je bijna één met de dope naam,

terwijl de namen van andere koninklijke dochters vergaan.