It’s Okay - Modern English

You’ve said a lot, believe me.

You’ve said too much again.

Don’t cost a lot of money —

I’m gonna count to ten.

But it’s OK (It's OK);

I’ve been here before (It's OK).

And I’ll come again (It's OK).

You have to give me more (It's OK).

There’s such a lot of tension,

It’s almost everywhere.

A sharp increase in volume —

It fills the air.

But it’s OK (It's OK);

I’ve been here before (It's OK).

And I’ll come again (It's OK).

You have to give me more (It's OK).

But it’s OK (It's OK);

I’ve been here before (It's OK).

And I’ll come again (It's OK).

You have to give me more (It's OK).

(I'm not thinking).

(I'm not listening).

But it’s OK (It's OK, it’s OK).

Je hebt veel gezegd, geloof me.

Je hebt weer teveel gezegd.

Kost niet veel geld —

Ik ga tot tien tellen.

Maar het is oké (het is oké);

Ik ben hier eerder geweest (het is OK).

En ik zal terugkomen (het is OK).

Je moet me meer geven (het is oké).

Er is zoveel spanning,

Het is bijna overal.

Een forse toename van het volume —

Het vult de lucht.

Maar het is oké (het is oké);

Ik ben hier eerder geweest (het is OK).

En ik zal terugkomen (het is OK).

Je moet me meer geven (het is oké).

Maar het is oké (het is oké);

Ik ben hier eerder geweest (het is OK).

En ik zal terugkomen (het is OK).

Je moet me meer geven (het is oké).

(ik denk niet).

(Ik ben niet aan het luisteren).

Maar het is oké (het is oké, het is oké).