Bread And Roses - John Denver

As we go marching, marching

In the beauty of the day

A million darkened kitchens

A thousand mill lofts grey

Are touched with all the radiance

That a sudden sun discloses

For the people hear us singing

Bread and roses, bread and roses

As we go marching, marching

We battle too for men

For they are women s children

And we mother them again

Our lives shall not be sweetened

From birth until life closes

Hearts starve as well as bodies

Give us bread, but give us roses

As we go marching, marching

We bring the greater days

For the rising of the women

Means the rising of the race

No more the drudge and idler

Ten that toil where one reposes

But the sharing of life s glories

Bread and roses, bread and roses

Words by James Oppenheim (1912), music by John Denver

Terwijl we gaan marcheren, marcheren

In de schoonheid van de dag

Een miljoen verduisterde keukens

Duizend molenlofts grijs

Worden aangeraakt met alle uitstraling

Dat een plotselinge zon onthult

Voor de mensen die ons horen zingen

Brood en rozen, brood en rozen

Terwijl we gaan marcheren, marcheren

We strijden ook om mannen

Want het zijn vrouwenkinderen

En we bemoederen ze weer

Ons leven zal niet gezoet worden

Vanaf de geboorte tot het einde van het leven

Harten verhongeren evenals lichamen

Geef ons brood, maar geef ons rozen

Terwijl we gaan marcheren, marcheren

We brengen de grotere dagen

Voor de opkomst van de vrouwen

Betekent de opkomst van de race

Niet meer de sleur en leegloper

Tien dat zwoegen waar men rust

Maar het delen van de glorie van het leven

Brood en rozen, brood en rozen

Woorden van James Oppenheim (1912), muziek van John Denver