Jenseits Des Tales - Heino

Jenseits des Tales standen ihre Zelte

Zum roten Abendhimmel quoll der Rauch

((Das war ein Singen in dem ganzen Heere

Und ihre Reiterbuben sangen auch))

Sie putzten klirrend das Geschirr der Pferde

Es tänzelte die Marketenderin

((Und unter’m Singen sprach der Knaben einer:

Diesseits des Tales stand der junge König

Er griff die feuchte Erde aus dem Grund

((Sie kühlte nicht die Glut der heißen Stirne

Sie machte nicht sein krankes Herz gesund))

Ihn heilten nur zwei jugendfrische Wangen

Und nur ein Mund, den er sich selbst verbot

((Noch fester schloß der König seine Lippen

Und sah hinüber in das Abendrot))

Hun tenten stonden aan de overkant van de vallei

De rook steeg op naar de rode avondlucht

((Dat was zingen in het hele leger)

En hun ruiterjongens zongen ook))

Ze maakten de tuigen van de paarden schoon met een jingle

De suler danste

((En al zingend zei de jongen:

Aan deze kant van de vallei stond de jonge koning

Hij greep de vochtige aarde op de grond

((Ze koelde de gloed van het hete voorhoofd niet af)

Ze genas zijn zieke hart niet))

Slechts twee jeugdige wangen hebben hem genezen

En alleen een mond verbood hij zichzelf

((De koning sloot zijn lippen nog strakker

En keek naar de zonsondergang))