Переходя наличности - H1GH

«Личность».

Гордо звучит,

Но поднять её на смех столько причин

И тот, кто начитан и тот, что кретин

Личность — это долбанный чин

Где-то руку не жал.

Где-то тупо бежал

Где-то бил, где в руках себя скупо держал

Кодексы чести, уставы, не счесть их,

Но я пока человек и за поступки мне жаль

И даже музыка от буковки, до эйр бэка

Входит в моё понятие искусства жить

Долбанный бунт свободы, как завещал Эверхарт

Я знаю разницу между молиться и руки сложить

Мир не приветлив, как постапокалипсис

Не в сектах, но все рано или поздно покаимся

Я тут не о боге, но грешен любой

И любой обжигался, ведь он живой

Ё-моё.

И когда рэпер льёт моёт

И когда он поёт, что «за спиной район»

В любом случае фоном виден там дверной проём —

Ведь найдут пару косяков за этим «йоу йоу йоу»

Наблюдал за миром молча, по-волчьи

Выкорчевал, что корчил и корчат

Выучил их мир, но настолько не тот

Что не нашел себя в них, видя столько метод

Между нами тает лёд, говорят они,

А меж нами был уголёк, но горят огни

Между нами силы непреодолимого чувства

Мы любим так, что они считают кощунством

И пока между ними гнили часы работы

Между нами были мили, аэропорты

Между нами города и страны, океаны да моря

Меж нами где-то иноплатяне говорят

Их перебивая ржут великие умы

И насекомые задумались великие ли мы

Тут плутая за Платоном, огибаешь за Плутоном

И шатаешься там словно ты был тайно заколдован

Между нами обломки космических кораблей

Между нами пыль метафизических параллелей

Мы не знаем почему, но так напрасно хочется

Внаглую называть это пространство — творчеством

Аутро:

Столько тёмных лесов прочесал, зорче стал

Люди обещали, что когда-то всё кончится

Путая подчисто с теми, кто корчится

Раньше дай одно мне то, что ведет к почестям

Аз, буки, веди.

Цель моя — не конверт

Я писал и пишу.

Меня не знают без бед

Загорался, оступался, загибался, ошивался

Забывал всё, проживал.

И я оставил им след

"Persoonlijkheid".

Klinkt trots.

Maar er zijn zoveel redenen om haar uit te lachen

En degene die goed wordt gelezen en degene die een cretin is

Persoonlijkheid is een verdomde rang

Ergens waar ik mijn hand niet schudde.

Ergens dom liep

Ergens sloeg hij, waar hij zichzelf spaarzaam in zijn handen hield

Erecodes, statuten, tel ze niet mee,

Maar ik ben nog steeds een persoon en het spijt me voor mijn daden

En zelfs muziek van brieven tot luchtsteun

Inbegrepen in mijn concept van de kunst van het leven

Een verdomde vrijheidsrellen, zoals Everhart naliet

Ik ken het verschil tussen bidden en handen vouwen

De wereld is niet gastvrij, zoals een post-apocalyps

Niet in sekten, maar vroeg of laat zullen we ons allemaal bekeren

Ik heb het niet over God, maar iedereen is zondig

En iedereen werd verbrand, omdat hij leeft

Yo-mijn.

En als de rapper wasbeurten inschenkt

En als hij dat zingt "achter de rug van de wijk"

Op de achtergrond is in ieder geval een deuropening zichtbaar -

Achter deze "yo yo yo" vinden ze immers een paar joints

Stil naar de wereld gekeken, als een wolf

Ontworteld wat kronkelde en kronkelde

Hun wereld geleerd, maar niet hetzelfde

Dat ik mezelf er niet in vond, terwijl ik zoveel methoden zag

Het ijs is aan het smelten tussen ons, zeggen ze

En er was kolen tussen ons, maar de vuren branden

Tussen ons de krachten van een onweerstaanbaar gevoel

We hebben lief op een manier dat ze godslastering beschouwen

En terwijl uren werk tussen hen in rotten

Er waren mijlen tussen ons, luchthavens

Tussen ons steden en landen, oceanen en zeeën

Tussen ons ergens spreken buitenaardse wezens

Ze onderbreken, grote geesten hinniken

En de insecten vroegen zich af of we geweldig waren

Hier, dwalend achter Plato, ga je rond achter Pluto

En wankel daar alsof je heimelijk betoverd was

Tussen ons het wrak van ruimteschepen

Tussen ons is het stof van metafysische parallellen

We weten niet waarom, maar we willen zo veel tevergeefs

Noem deze ruimte brutaal - creativiteit

Uitgang:

Ik heb zoveel donkere bossen gekamd, ik werd waakzamer

Mensen beloofden dat het op een dag allemaal zou eindigen

Netjes verwarren met degenen die kronkelen

Voor, geef me één ding dat tot eer leidt

Az, beuken, lood.

Mijn doel is geen envelop

Ik schreef en ik schrijf.

Ze kennen me niet zonder problemen

Verlicht, struikelde, gebogen, hing rond

Alles vergeten, geleefd.

En ik liet ze een spoor achter