Il figlio di Dio - Diaframma

Il figlio di Dio sei tu

Il figlio di Dio sei tu

E non chiedi mai perdono

Perché è roba da pezzenti

Cosa serve perdonare

Se sei perdonato già

Il tuo sguardo superiore

Ride, ride di noi

Senza troppa compassione

Né fede o (?)

Arrogante, prepotente

In una stanza si sente solo te

Arrogante, prepotente

Ma un completo stronzo non direi

Il figlio di Dio sei tu

Il figlio di Dio sei tu

Poi la notte ti ubriachi

Per sentirti un po' più umano

Ma al mattino al tuo risveglio

Già sai che ti sorriderà

Con te non vale parlare

Perché le risposte te le dà lui

E ci guardi brancolare nel buio

Noi miseri mortali

Arrogante, prepotente

In una stanza si sente solo te

Arrogante, prepotente

Ma un completo stronzo non direi

Il figlio di Dio sei tu

Il figlio di Dio sei tu

Jij bent de zoon van God

Jij bent de zoon van God

En je vraagt ​​nooit om vergeving

Omdat het bedelaarsdingen zijn

Wat er nodig is om te vergeven

Als je al vergeven bent

Je superieure blik

Hij lacht, hij lacht naar ons

Zonder al te veel mededogen

Geen geloof of (?)

Arrogant, aanmatigend

Alleen jij kunt worden gehoord in een kamer

Arrogant, aanmatigend

Maar een complete klootzak zou ik niet zeggen

Jij bent de zoon van God

Jij bent de zoon van God

Dan word je 's nachts dronken

Om je een beetje meer mens te voelen

Maar 's morgens als je wakker wordt

Je weet al dat hij naar je zal glimlachen

Het is het niet waard om met je te praten

Omdat hij je de antwoorden geeft

En je ziet ons tasten in het donker

Wij arme stervelingen

Arrogant, aanmatigend

Alleen jij kunt worden gehoord in een kamer

Arrogant, aanmatigend

Maar een complete klootzak zou ik niet zeggen

Jij bent de zoon van God

Jij bent de zoon van God