God Help The Outcasts - Bette Midler

I don’t know if You can hear me Or if You’re even there

I don’t know if You will listen

To a humble prayer

They tell me I am just an outcast

I shouldn’t speak to You

Still, I see Your face and wonder

Were You once an outcast, too?

God help the outcasts

Hungry from birth

Show them the mercy

They don’t find on Earth

The lost and forgotten

They look to You still

God help the outcasts

Or nobody will

I ask for nothing

I can get by But I know so many

Less lucky than I God help the outcasts

The poor and downtrod

I thought we all were

The children of God

I don’t know if there’s a reason

Why some are blessed, some not

Why the few You seem to favor

They fear us, flee us Try not to see us God help the outcasts

The tattered, the torn

Seeking an answer

To why they were born

Winds of misfortune

Have blown them about

You made the outcasts

Don’t cast them out

The poor and unlucky

The weak and the odd

I thought we all were

The children of God

Ik weet niet of je me kunt horen of dat je er zelfs bent

Ik weet niet of je wilt luisteren

Op een nederig gebed

Ze vertellen me dat ik gewoon een verschoppeling ben

Ik zou niet met jou moeten praten

Toch zie ik je gezicht en vraag me af

Was jij ooit ook een verschoppeling?

God helpe de verschoppelingen

Honger vanaf de geboorte

Toon ze de genade

Ze vinden niet op aarde

De verloren en vergeten

Ze kijken nog steeds naar jou

God helpe de verschoppelingen

Of niemand zal

Ik vraag om niets

Ik kan rondkomen, maar ik ken er zo veel

Minder geluk dan ik God help de verschoppelingen

De armen en onderdrukten

Ik dacht dat we dat allemaal waren

De kinderen van God

Ik weet niet of er een reden is

Waarom sommigen gezegend zijn, anderen niet

Waarom de weinigen waar U de voorkeur aan geeft?

Ze zijn bang voor ons, ontvlucht ons Probeer ons niet te zien God help de verschoppelingen

De aan flarden, de gescheurde

Op zoek naar een antwoord

Om waarom ze zijn geboren

Winden van ongeluk

Heb ze omver geblazen

Je hebt de verschoppelingen gemaakt

Gooi ze niet weg

De armen en ongelukkigen

De zwakken en de vreemde

Ik dacht dat we dat allemaal waren

De kinderen van God