Eulenmann - Abinchova

Im dichten Wald lebt ganz allein

Ein Holzfäller in seinem Heim

Am Abend er sich Kräuter gönnt

Und bläst den Rauch in die Nacht hinaus

Doch eines Abends hört er ihn

Den Eulenschrei, so wunderlich

Benebelt ahmt er diesen nach

Ein kleiner Spott vor dem Schlaf

Stunden später wacht er auf

Ein Klopfen dröhnt

Durch sein Haus

Eulenmann, komm herein

Eulenmann, ich lud dich ein

Eulenmann, nimm was du willst

Eulenmann, nur lass mich sein

Vor seiner Tür stand gross und stramm

Halb Tier, halb Mensch, der Eulenmann

Er verschlag allein das ganze Haus

Zurück blieb nur das glimmend' Kraut

In het dichte bos leeft helemaal alleen

Een houthakker in zijn huis

's Avonds trakteert hij zichzelf op kruiden

En blaast de rook de nacht in

Maar op een avond hoort hij hem

De giller van de uil, zo grillig

Verdwaasd, hij imiteert het

Een beetje spot voor het slapen gaan

Hij wordt uren later wakker

Er klinkt een klop

door zijn huis

Uilman, kom binnen

Owlman, ik heb je uitgenodigd

Owlman, neem wat je wilt

Owlman, laat me zijn

Voor zijn deur stond lang en vastgebonden

Half dier, half mens, de uilenman

Hij maakt het hele huis alleen kapot

Alleen het smeulende kruid bleef over