Canto de Ossanha - Maria Creuza

O homem que diz dou não dá

Porque quem dá mesmo não diz

O homem que diz vou não vai

Porque quando foi já não quis

O homem que diz sou não é

Porque quem é mesmo é não sou

O homem que diz estou mas não tá

Ninguém está quando quer

Coitado do homem que cai no canto de ossanha traidor

Coitado do homem que cai no canto de ossanha traidor

Vai, vai, vai, não vou

Vai, vai, vai, não vou

Não vou, que eu não sou ninguém de ir

Em conversa de esquecer a tristeza de um amor que passou

Não, eu só vou se for pra ver uma estrela aparecer

Na manhã de um novo amor

Amor, saravá

Xangô me mandou lhe dizer

Se é canto de ossanha não vá

Que vai se arrepender

Pergunte ao seu orixá

Amor só é bom se doer

Vai vai vai amar

Vai vai vai chorar

Vai dizer que eu não sou ninguém de ir

Em conversa de esquecer a tristeza

Vai vai vai

De man die zegt dat ik niet geef

Want wie geeft, zegt niet

De man die zegt dat ik niet ga

Want toen het zo was, wilde ik niet

De man die zegt dat ik dat ben, is dat niet

Want wie jij werkelijk bent, ben ik niet

De man die zegt dat ik het ben, maar dat ben ik niet

Niemand is wanneer ze willen

Arme man die in de hoek van een verraderlijk bot valt

Arme man die in de hoek van een verraderlijk bot valt

Ga, ga, ga, ik zal niet

Ga, ga, ga, ik zal niet

Ik ga niet, ik ben niemand om te gaan

In een gesprek over het vergeten van het verdriet van een liefde die voorbij is

Nee, ik ga gewoon een ster zien verschijnen

Op de ochtend van een nieuwe liefde

liefs, sarav

Xangô stuurde me om je te vertellen

Als het botten zingen is, ga dan niet

Wie zal er spijt krijgen?

Vraag uw orixá

Liefde is alleen goed als het pijn doet

ga ga ga liefde

ga ga ga huilen

Het zal zeggen dat ik niemand ben om te gaan

Over het vergeten van het verdriet gesproken

Ga Ga Ga