Старый дом - Леонид Сергеев

Старый дом, где вместо кресел подоконники,

Приютил у телевизора окна,

Полночь за полночь, а я сижу спокойненько,

Наблюдаю, как меняется луна.

Только что была серпом — уже без молота,

А теперь как неразмененный пятак,

Только что мы были счастливы и молоды,

А теперь уже, теперь уже не так.

Отсюда увозили нас,

Сюда нас возвращали,

Отсюда мы уехали,

Приехали сюда.

А ехали с орехами,

Скакали с калачами,

Бултых — и в ямку канули,

И годы и года.

Бултых — и в ямку канули,

И годы и года.

За окном мелькают кадры старой хроники,

Наши лица проплывают стороной,

Все мы вместе, все орлята, все соколики,

И вихры нам приминает дождь грибной.

Каждый вечен, каждый учен, каждый стоящий,

Зубы мелкие, но острые уже,

Далеко еще, ах как же далеко еще,

Подоконник на четвертом этаже.

Отсюда увозили нас,

Сюда нас возвращали,

Отсюда мы уехали,

Приехали сюда.

А ехали с орехами,

Скакали с калачами,

Бултых — и в ямку канули,

И годы и года.

Бултых — и в ямку канули,

И годы и года.

На стене другой рукою та же формула,

Имена другие, равенство одно,

Что-то помнится из фильма бело-черного,

Что-то доброе, ну прямо как в кино.

Словно годы пролетели, будто не были,

Где-то рядом, просто выше этажом,

Жаль, что сказка как была, осталась небылью,

Да и где она, дорожка в этот дом.

Отсюда увозили нас,

Сюда нас возвращали,

Отсюда мы уехали,

Приехали сюда.

А ехали с орехами,

Скакали с калачами,

Бултых — и в ямку канули,

И годы и года.

Бултых — и в ямку канули,

И годы и года.

Ночь-полночь, а в окнах звезды сигаретные,

Соколятам и орлятам не до сна,

Лезут в голову вопросы безответные,

Растравила душу чертова луна.

Загудела голова — пустая звонница,

За окошком дождь нестарый моросит,

Только где-то тихо капает бессонница,

То ли бьют незаведенные часы.

Отсюда увозили нас,

Сюда нас возвращали,

Отсюда мы уехали,

Приехали сюда.

А ехали с орехами,

Скакали с калачами,

Бултых — и в ямку канули,

И годы и года.

Бултых — и в ямку канули,

И годы и года.

Een oud huis met vensterbanken in plaats van stoelen

Beschut bij het raam TV,

Middernacht na middernacht, en ik zit stil,

De maan zien veranderen

Gewoon een sikkel geweest - al zonder een hamer,

En nu, als een onverwisselde cent,

Zojuist waren we gelukkig en jong,

En nu is het al, nu is het niet zo.

Vanaf hier namen ze ons mee

We zijn hier teruggebracht

Vanaf hier vertrokken we

We zijn hier aangekomen.

En ze gingen met noten,

Reed met rollen,

Bultykh - en verzonken in het gat,

En jaren en jaren.

Bultykh - en verzonken in het gat,

En jaren en jaren.

Frames van de oude kroniek flikkeren buiten het raam,

Onze gezichten drijven weg

We zijn allemaal samen, alle adelaars, alle valken,

En wervelwinden verpletteren ons met paddenstoelenregen.

Iedereen is eeuwig, iedereen is geleerd, iedereen staat,

De tanden zijn klein, maar al scherp,

Nog ver weg, oh hoe ver nog

Vensterbank op de vierde verdieping.

Vanaf hier namen ze ons mee

We zijn hier teruggebracht

Vanaf hier vertrokken we

We zijn hier aangekomen.

En ze gingen met noten,

Reed met rollen,

Bultykh - en verzonken in het gat,

En jaren en jaren.

Bultykh - en verzonken in het gat,

En jaren en jaren.

Op de muur daarentegen dezelfde formule,

Namen zijn verschillend, gelijkheid is één,

Ik herinner me iets uit de zwart-witfilm,

Iets goeds, nou ja, net als in de films.

Alsof de jaren voorbij zijn gevlogen, alsof ze niet waren,

Ergens in de buurt, net boven de vloer,

Het is jammer dat het sprookje, zoals het was, een fictie bleef,

Ja, en waar is het, het pad naar dit huis.

Vanaf hier namen ze ons mee

We zijn hier teruggebracht

Vanaf hier vertrokken we

We zijn hier aangekomen.

En ze gingen met noten,

Reed met rollen,

Bultykh - en verzonken in het gat,

En jaren en jaren.

Bultykh - en verzonken in het gat,

En jaren en jaren.

Nacht-middernacht, en sigarettensterren in de ramen,

Valken en adelaars zijn niet aan het slapen,

Onbeantwoorde vragen kruipen in mijn hoofd,

De verdomde maan blies mijn ziel.

Het hoofd zoemde - een leeg belfort,

Buiten het raam, de regen is niet oud motregen,

Alleen ergens rustig druipende slapeloosheid,

Of een afgewikkelde klok slaat.

Vanaf hier namen ze ons mee

We zijn hier teruggebracht

Vanaf hier vertrokken we

We zijn hier aangekomen.

En ze gingen met noten,

Reed met rollen,

Bultykh - en verzonken in het gat,

En jaren en jaren.

Bultykh - en verzonken in het gat,

En jaren en jaren.