P'tit kawa - Karimouche

Encore un matin comme tant d’autres

La journée est déjà bien entamée

J’essaie de m' faire à l’idée

Qu’il faut qu' j' me lève

J' traîne d' la savate pour atteindre la cafetière

La tête dans l' fion, je cherche la révélation

Je jette un œil dans la rue

Les gens ne se regardent même plus

Rien n’a changé depuis hier

Le même junkie vissé devant l' tabac qui mendie

La même boiteuse avec sa gnôle à la béquille

Les mêmes bagnoles pressées et qui se pressent

Et qui se scratchent en bas d' mes escaliers

Et moi, pendant c' temps-là

Je bois mon p’tit kawa

En regardant tout ça

Et j' me chuchote tout bas

«Pourquoi c’est comme ci?

Pourquoi c’est comme ça?

Et tralalalala, blablablabla»

Un peu plus tard, le téléphone sonne

C’est Bécassine, ma cousine

Qui vient d'être virée d' son usine

Elle m' déballe ses tracas

J' lui demande si ça va

Elle m' dit «Tu m'écoutes pas!

Tu t' fous d' ma gueule ou quoi?

J’ai la tête en vrac

Les impôts me traquent

J’ai même pas d' quoi m' payer un sac

Et mon mec me plaque!

C’est quoi, cette vie, une blague ou une arnaque?»

Ça fait du bien d' vider son sac à la famille!

J' raccroche le combiné, j' prends les clefs

Pour aller voir l' courrier

Tiens!

Tiens, tiens, tiens…

Un petit mot doux des ASSEDIC

Pour m’informer qu' j’ai plus d' fric

La journée commence très chic!

Des p’tites bourgeoises qui pètent plus haut qu' leur cul

Et qui sont abonnées à l’ONU

Qui parlent de la famine

En repoudrant leurs petites mines

«Nous sommes envahis par des vermines!»

Je suis virulente contre les virus rapides

L'économie de ces raspis (1) vides

Ces ours qui spéculent à la bourse

Atteints de fièvre acheteuse

Couchés sur leur pécule

Mais ces animaux-là ne traînent pas dans ma rue

Protégés dans leur zoo

Par une armée de blaireaux

Et moi, je pense à ça

Toujours derrière mes carreaux

Weer een ochtend zoals zovelen

De dag is al goed bezig

Ik probeer een besluit te nemen

Dat ik moet opstaan

Ik sleep pantoffels om bij het koffiezetapparaat te komen

Kop in de kont, ik ben op zoek naar de openbaring

Ik kijk in de straat

Mensen kijken elkaar niet eens meer aan

Er is niets veranderd sinds gisteren

Dezelfde junkie neukte voor de tabak die smeekt

Dezelfde kreupel met haar drank op de kruk

Dezelfde auto's die rennen en rennen

En krabben onderaan mijn trap

En ik, ondertussen

Ik drink mijn kleine kawa

Alles bekijken

En ik fluister tegen mezelf

“Waarom is het zo?

Waarom is het zo?

En tralalalala, blablablabla”

Even later gaat de telefoon

Het is Bécassine, mijn neef

Die net uit haar fabriek is ontslagen

Ze legt haar zorgen bij mij uit

Ik vraag hem of hij in orde is

Ze zei tegen me: 'Je luistert niet naar me!

Maak je een grapje of wat?

Mijn hoofd is los

Belastingen achtervolgen me

Ik heb niet eens genoeg om me een zak te betalen

En mijn vriend dumpt me!

Wat is dit leven, een grap of een oplichterij?”

Het voelt goed om je tas te legen bij de familie!

Ik hang de hoorn op, ik pak de sleutels

Om naar de mail te gaan

Alsjeblieft!

Houd, houd, houd...

Een lief woordje van de ASSEDIC

Om me te informeren dat ik meer geld heb

De dag begint heel chique!

Kleine bourgeoises die een scheet laten boven hun kont

En die zijn geabonneerd op de VN

Wie spreekt er van hongersnood?

Door hun gezichtjes te poederen

“We zijn binnengevallen door ongedierte!”

Ik ben virulent tegen snelle virussen

De economie van deze lege raspi's (1)

Die beren die speculeren op de aandelenmarkt

Last van koopkoorts

Liggend op hun nestei

Maar die dieren hangen niet in mijn straat

Beschermd in hun dierentuin

Door een leger van dassen

En ik denk erover na

Altijd achter mijn tegels