Жить - Вертикаль

Я был опять убит во сне,

Я убегал, но пули слов чужих летели в спину мне.

Я видел свет, там, в высоте,

Но солнца — больше нет его, давно распяли на кресте.

И страх холодную рукой душил меня,

Страх не давал открыть глаза…

Их фразы, словно приговор:

«Его спасти нельзя».

Я падал вниз, и каждый миг

Я был готов увидеть тех, от кого я уже отвык;

Их голоса шептали мне:

«Оставь живых, отдай себя во власть холодной тишине».

И боль рвала меня на части изнутри,

Боль не давала мне дышать…

В пространстве между небом и землёй

Им оставалось только ждать…

Из бездны лиц и голосов

Я шаг за шагом выбирался, я умереть был не готов,

И, разорвав забвенья круг,

Я понял, кто мне здесь чужой, а кто действительно мой друг…

Боль отступила, страх прошёл,

И вновь забилась пульса тоненькая нить…

Открыв глаза, я понял, что теперь

Я снова буду жить.

Ik werd opnieuw vermoord in mijn slaap

Ik rende weg, maar de kogels van andermans woorden vlogen in mijn rug.

Ik zag het licht, daarboven,

Maar de zon is niet meer, hij is al lang aan een kruis gekruisigd.

En angst verstikte me met een koude hand,

Angst weerhield me ervan mijn ogen te openen...

Hun zinnen zijn als een zin:

"Hij is niet te redden."

Ik viel neer, en elk moment

Ik was klaar om degenen te zien van wie ik de gewoonte al had verloren;

Hun stemmen fluisterden tegen me:

"Verlaat de levenden, geef je over aan de kracht van koude stilte."

En de pijn scheurde me van binnenuit,

De pijn liet me niet ademen...

In de ruimte tussen hemel en aarde

Ze hoefden alleen maar te wachten...

Uit de afgrond van gezichten en stemmen

Ik kwam er stap voor stap uit, ik was niet klaar om te sterven,

En, de cirkel van vergetelheid doorbreken,

Ik realiseerde me wie hier een vreemde voor me is, en wie echt mijn vriend is...

De pijn is weg, de angst is weg

En de dunne draad van de pols klopte weer...

Toen ik mijn ogen opendeed, realiseerde ik me dat nu

ik zal weer leven.