Sólo Le Pido A Dios - José, Davinia

Sólo le pido a Dios

que el dolor no me sea indiferente,

que la reseca muerte no me encuentre

vacío y solo sin haber hecho lo suficiente.

Sólo le pido a Dios

que lo injusto no me sea indiferente,

que no me abofeteen la otra mejilla

después que una garra me arañó esta suerte.

Sólo le pido a Dios

que la guerra no me sea indiferente,

es un monstruo grande y pisa fuerte

toda la pobre inocencia de la gente.

Sólo le pido a Dios

que el engaño no me sea indiferente

si un traidor puede más que unos cuantos,

que esos cuantos no lo olviden fácilmente.

Sólo le pido a Dios

que el futuro no me sea indiferente,

desahuciado está el que tiene que marchar

a vivir una cultura diferente.

Sólo le pido a Dios

que la guerra no me sea indiferente,

es un monstruo grande y pisa fuerte

toda la pobre inocencia de la gente.

Ik vraag het alleen aan God

dat de pijn mij niet onverschillig laat,

die droge dood vindt mij niet

leeg en alleen zonder genoeg gedaan te hebben.

Ik vraag het alleen aan God

dat wat oneerlijk is niet onverschillig voor mij is,

laat je niet op de andere wang slaan

nadat een klauw me dit geluk had gekrabd.

Ik vraag het alleen aan God

dat de oorlog mij niet onverschillig is,

Het is een groot monster en het stampt

alle arme onschuld van de mensen.

Ik vraag het alleen aan God

dat bedrog staat me niet onverschillig

als een verrader er meer dan een paar kan,

dat die weinigen het niet snel vergeten.

Ik vraag het alleen aan God

dat de toekomst mij niet onverschillig laat,

uitgezet is degene die moet vertrekken

om een ​​andere cultuur te ervaren.

Ik vraag het alleen aan God

dat de oorlog mij niet onverschillig is,

Het is een groot monster en het stampt

alle arme onschuld van de mensen.