God Only Knows - James

You may say I am cynical, but I say man is flawed

He has a vague memory of before some fall

Behaving like a reptile, but talks of walking tall

If god is in his image, the almighty must be small

God only knows

Swaggart has been caught with his trousers round his knees

After damning me and you to hell for eternity

Sex and power and money is the prayer of these priests

They bribe their way past heaven’s gates and steal a set of keys

God only knows

My guru has been sleeping with adepts and with sheep

While I was fucking celibate, self-righteous in belief

Yesterday he was god, now he is a creep

We fell upon each other starving for belief

God only knows

I speak in the name of god

I speak in the name of that

White haired old man in the clouds

Always a man

Dispensing lightening justice from his fingertips

Watching you every second of the day

Just waiting for you to fuck up

I speak in the name of God

I’m his intermediary

I’m a Mollah, I’m a Priest, I’m a Vicar

If you want to go to God

You have to come through me

Is heaven full, oh lord, of these babbling preachers and

God-fearing biggots

All these sef-rightious, self-appointed prophets

Because if so: —

I know where I’d rather be

Away from this cacophony

Away from this cacophony

God only knows

God only knows

God only knows

Je zou kunnen zeggen dat ik cynisch ben, maar ik zeg dat de mens gebrekkig is

Hij heeft een vage herinnering aan voor de herfst

Gedraagt ​​zich als een reptiel, maar spreekt van lang lopen

Als god naar zijn beeld is, moet de almachtige klein zijn

alleen God weet het

Swaggart is betrapt met zijn broek om zijn knieën

Na mij en jou voor eeuwig naar de hel te hebben vervloekt

Seks en macht en geld is het gebed van deze priesters

Ze kopen zich om langs de hemelpoorten en stelen een set sleutels

alleen God weet het

Mijn goeroe heeft met adepten en met schapen geslapen

Terwijl ik verdomd celibatair was, zelfingenomen in mijn geloof

Gisteren was hij god, nu is hij een griezel

We vielen op elkaar, hongerend naar geloof

alleen God weet het

Ik spreek in de naam van god

Ik spreek in de naam daarvan

Witharige oude man in de wolken

Altijd een man

Bliksemrecht uit zijn vingertoppen brengen

Elke seconde van de dag naar je kijken

Ik wacht gewoon tot je het verpest

Ik spreek in de naam van God

Ik ben zijn tussenpersoon

Ik ben een Mollah, ik ben een priester, ik ben een vicaris

Als je naar God wilt gaan

Je moet via mij komen

Is de hemel vol, o heer, van deze kabbelende predikers en?

Godvrezende biggots

Al deze zelfbewuste, zelfbenoemde profeten

Want als dat zo is: —

Ik weet waar ik liever ben

Weg van deze kakofonie

Weg van deze kakofonie

alleen God weet het

alleen God weet het

alleen God weet het