Wo ist mein Baby - Comedian Harmonists

Wenn man fünfzehn ist, ist der Ozean weit,

Und bei Muttern ist’s eng, und man flieht.

Und die Welt steht offen dem Seemannskleid,

Und der Seemann sei frei — aber Schiet!

Sind in Kingston morgen, in Tokio heut',

Es ist immer wieder dasselbe

Kombüsen gescheuert und Fässer verteert

Und machst Du mal schlapp, wird ein and’rer betreut —

Mal Schwarze, mal Blonde, mal Gelbe.

Und kehrst du heim wie Mulatten gefärbt,

Von Malaria und Sünden geplagt

Und die Haut von Prügel und Sünden gegerbt,

Das erste was Mutter dann sagt:

Baby, wo ist mein Baby?

Groß ist der Ozean, mein Baby ist klein!

Und wenn’s zum Nordpol fährt und wieder heimkehrt,

Paßt Baby immer noch ins alte Bettchen hinein.

Lulelu (lulelu), mein Baby,

Lulelu (lulelu), mein Baby,

Schlafe du, mein Baby, ein.

Die Jahre kreisen, und wir vergreisen,

Aber mein Baby, Baby bleibt klein!

Als je vijftien bent, is de oceaan wijd

En met moeders is het krap en vlucht men.

En de wereld ligt open voor de zeemanskleding,

En de matroos wees vrij - maar schiet!

Zijn morgen in Kingston, vandaag in Tokio,

Het is altijd hetzelfde

Kombuizen geschrobd en vaten geteerd

En als je uitvalt, wordt er voor iemand anders gezorgd -

Soms zwart, soms blond, soms geel.

En als je thuiskomt, gekleurd als mulatten,

Geplaagd door malaria en zonden

En huid gebruind door slagen en zonden,

Het eerste wat moeder dan zegt:

schat waar is mijn schat

Groot is de oceaan, mijn baby is klein!

En als het naar de Noordpool gaat en weer naar huis terugkeert,

Past nog in de oude wieg.

Lulelu (lulelu), mijn baby,

Lulelu (lulelu), mijn baby,

Ga slapen, mijn baby.

De jaren cirkelen en we worden oud

Maar mijn baby, baby, blijf klein!