Hell Inside My Head - Caulfield

Scared to speak my mind.

I lived in shadows every fucking day.

Just a nameless face.

Choking on the words I wanted to say.

My days are numbered.

I am left for dead.

Hell is burning inside my head.

My days are numbered.

I am left for dead.

Hell is burning inside my head.

I was praying for death.

Losing my mind with the visions of demons.

I was praying for death.

Loathing inside me continues to deepen.

I was praying for death.

I lost my mind and I’m facing the reaper.

I was praying for death.

I’m fading, no words to yell, sending my demons back to hell.

I’m screaming, my voice ain’t dead, I’m tired of living inside my head.

I’m rising, with a story to tell, sending my demons back to hell.

I’m screaming, my voice ain’t dead, I’m not living inside my head.

My days were numbered.

I was left for dead.

Hell was only inside my head.

My days were numbered.

I was left for dead.

Hell was only inside my head.

I’m not afraid, of you any more.

Far too long I stared at demons in the mirror.

But those days are over.

I live in hell, I welcome the reaper.

Bang om mijn gedachten te uiten.

Ik leefde elke dag in de schaduw.

Gewoon een naamloos gezicht.

Ik stikte in de woorden die ik wilde zeggen.

Mijn dagen zijn geteld.

Ik ben voor dood achtergelaten.

De hel brandt in mijn hoofd.

Mijn dagen zijn geteld.

Ik ben voor dood achtergelaten.

De hel brandt in mijn hoofd.

Ik bad voor de dood.

Mijn verstand verliezen met de visioenen van demonen.

Ik bad voor de dood.

De walging in mij blijft zich verdiepen.

Ik bad voor de dood.

Ik ben gek geworden en ik sta voor de maaier.

Ik bad voor de dood.

Ik vervaag, geen woorden om te schreeuwen, stuur mijn demonen terug naar de hel.

Ik schreeuw, mijn stem is niet dood, ik ben het zat om in mijn hoofd te leven.

Ik sta op, met een verhaal te vertellen, en stuur mijn demonen terug naar de hel.

Ik schreeuw, mijn stem is niet dood, ik leef niet in mijn hoofd.

Mijn dagen waren geteld.

Ik werd voor dood achtergelaten.

De hel zat alleen in mijn hoofd.

Mijn dagen waren geteld.

Ik werd voor dood achtergelaten.

De hel zat alleen in mijn hoofd.

Ik ben niet meer bang voor jou.

Veel te lang staarde ik naar demonen in de spiegel.

Maar die dagen zijn voorbij.

Ik woon in de hel, ik heet de maaier welkom.