The Wandering - Carridale

These Alabama Summers are killing me.

Cause I don’t get to see them for anything.

I hoped I’d be there this time.

This roads been longer and harder to drive.

I’ve been thinking about a girl back home,

The one I left to see what we could do on our own.

She’s always had a problem believing in anything or anyone.

But where ever I’m going just know I’m with you.

Never had something I was so scared to lose.

6 months and now seclusion is killing me.

Cause I don’t get to see you for anything.

I know it gets hard sometimes,

But these empty floors and couches are just my disguise.

I’ve been dreaming my whole life through

And boring out my soul cause I had nothing to lose.

But if I leave forever tomorrow I swear to God I’ll find you.

Cause where ever I’m going just know I’m with you.

Never had something I was so scared to lose.

I, I’m counting down the miles.

Between here and that river city I hold so dearly.

With green eyes inviting me in.

And I, I’m coming back home.

Who knows for how long.

But we’ll make it ok.

Just another day in the life of the wandering.

We can be anything we dream, as long as you keep holding on to me.

And I’ll come and go but we’ll make our own life, however we see.

And as soon as we get there we’ll never leave.

Deze zomers in Alabama vermoorden me.

Omdat ik ze voor niets kan zien.

Ik hoopte dat ik er deze keer zou zijn.

Deze wegen waren langer en moeilijker te rijden.

Ik heb aan een meisje thuis gedacht,

Degene die ik heb achtergelaten om te zien wat we zelf kunnen doen.

Ze heeft altijd een probleem gehad om in iets of iemand te geloven.

Maar waar ik ook ga, weet gewoon dat ik bij je ben.

Ik heb nog nooit iets gehad waar ik zo bang voor was om te verliezen.

Zes maanden en nu is afzondering mijn dood.

Omdat ik je voor niets kan zien.

Ik weet dat het soms moeilijk is,

Maar deze lege vloeren en banken zijn slechts mijn vermomming.

Ik heb mijn hele leven gedroomd

En mijn ziel uitputten omdat ik niets te verliezen had.

Maar als ik morgen voor altijd vertrek, zweer ik bij God dat ik je zal vinden.

Want waar ik ook ga, weet gewoon dat ik bij je ben.

Ik heb nog nooit iets gehad waar ik zo bang voor was om te verliezen.

Ik, ik tel de kilometers af.

Tussen hier en die rivierstad koester ik zo veel.

Met groene ogen die me uitnodigen om binnen te komen.

En ik, ik kom terug naar huis.

Wie weet voor hoe lang.

Maar we maken het goed.

Gewoon weer een dag uit het leven van de zwervers.

We kunnen alles zijn wat we dromen, zolang je me maar vasthoudt.

En ik zal komen en gaan, maar we zullen ons eigen leven maken, hoe we het ook zien.

En zodra we daar aankomen, gaan we nooit meer weg.