Koito - Ajattara

Ota kädestä kiinni

Se loppuasi ohjaa

Hädässä orjansa rukoilee

Kiskoo kurjuden pohjaan

Lihaan nimensä kirjoo

Läpi luun, läpi ilon

Polttaa pinta ruosteen

Kun armo kohtaa pahan

Repien se sielua vuolee

Kun jotain itsessä kuolee

Viiltää läpi varjojen

Huudot alta hautojen

Käki hengessään surman

Sydämessään kalman kutsuvan

Ketä himonsa palvelee

Toi kuolema äpäreen

Kun suru raapii arpiaan

Tahtosi pois nylkien

Kun tuuli ampuu selkään

Kirouksella sylkien

Pak je hand

Het leidt je einde

In nood bidt zijn slaaf

Neemt de bodem van de ellende

Het vlees draagt ​​zijn naam

Door het bot, door de vreugde

Verbrandt het oppervlak met roest

Wanneer genade het kwaad ontmoet

Ik scheur het naar de ziel

Wanneer iets op zichzelf sterft

Snijd door de schaduwen

Geschreeuw van onder de graven

Koekoek in de geest van de dood

In zijn hart roept Kalman

Wie hun lust dient

Breng de dood tot niets

Wanneer verdriet zijn littekens krabt

Je zal worden gevild

Wanneer de wind in je rug schiet

Vervloekt met speeksel