Зачекай - ТНМ Конго

Гілля, гілля царапає вікна

У вікнах — пусто, навколи — пусто, на дворі - зусман.

Нікого немає, нічого немає, та окрім синій темряви

мені хватає.

Темряви мені хватає (так!)

Тримає (так!) гукає (так!) сяй, сяй, сяй, сяй негайно.

Тимчасові тайни мають принаймні бажання

себе відкрити.

Таємниці - як діти.

Сьогодні - образа

Та завтра відразу це вже не є тайни

Це вже є бажання.

Це вже є бажання

отримать образу, хоча з нею є лише вікна

Та гілля.

У вікнах пусто, на дворі - зусман

Керує, шепоче:

Щодня буде так, але є ще те

гілля.

Зоряной пиллю образи

насіння сідає на вікна.

Прикро

Чому?

Тому, що мені прикро

Почивай, засинай.

Лягу я на край

Не лягай!

Вночі впаду за край.

Починай!

Почекаю, може хтось скаже,

Хтось скаже: зачекай!

ІІ

Гілля, гілля царапає вікна.

Повітря, тремтяще повітря… Звідки повітря?

Я чую, як вітер зоряну пил жене далі

Образа триває, мене вживає, образа триває.

У темряві сяє пил!

Де взяти сил для кволих крил.

Де взяти дозвіл на постріл у вітер,

Повітря триває, вжимає у вікна

Питає скрізь вікна: Чому тобі… Чому тобі прикро?

Що?

Що?

Щодня буде краще.

Але живе гілля з зоряной пиллю

Це все ж таки краще, ніж порожній ранок.

Пусто?

Так!

Але без обману

ІІІ

Так, так, чи не так, та танцють гопак вітер з зоряной пиллю.

Образи насіння сідає на вікна.

Прикро?

Так!

Так!

Отой їх гопак у темряві синій забира сили,

останні сили (у темряві синій забира сили)

Так, тільки так, та вже так більш не можна!

Удень — лише гроші.

Скажені гроші.

Тягне у ніч не менш скажений вітер

Склада з синіх літер на склі чиєсь ім'я,

керує, шепоче, та все ж склада чиєсь ім'я,

Iм’я тає, не пам’ятаю, що було вчора чого не було вчора

Лише з ехом розмова та ехо питає: що тобі сяє?

Я лише відповідаю на питання скрізь вікна

Прикро мені лише від того, що прикро

Takken, takken die ramen krabben

De ramen zijn leeg, de omgeving is leeg en de binnenplaats is leeg.

Er is niemand, niets, maar de blauwe duisternis

Ik heb genoeg.

Ik heb genoeg duisternis (ja!)

Houdt (ja!) Schreeuwt (ja!) Schijn, glans, glans, glans meteen.

Tijdelijke geheimen hebben op zijn minst verlangens

Ontdek jezelf.

Geheimen zijn als kinderen.

Vandaag is een belediging

Maar morgen is geen geheim meer

Dit is al een wens.

Dit is al een wens

krijgt de afbeelding, hoewel deze alleen vensters heeft

En takken.

De ramen zijn leeg, de tuin is zusman

Beheert, fluistert:

Het zal elke dag zo zijn, maar er is meer

takken.

Star zag afbeeldingen

zaden zitten op de ramen.

Sorry

Waarom?

Omdat het me spijt

Rust, val in slaap.

Ik ging op de rand liggen

Ga niet naar bed!

's Nachts val ik over de rand.

Begin!

Ik wacht, misschien zal iemand zeggen

Iemand zal zeggen: wacht!

Takken, takken die ramen krabben.

Lucht, trillende lucht... Waar komt de lucht vandaan?

Ik hoor de wind het sterrenstof wegjagen

De belediging gaat door, het verteert me, de belediging gaat door.

Stof schijnt in de duisternis!

Waar kracht te krijgen voor zwakke vleugels.

Waar toestemming te krijgen om in de wind te schieten,

De lucht blijft, knijpen in de ramen

Hij vraagt ​​overal ramen: Waarom ben je... Waarom spijt het je?

Wat?

Wat?

Het zal elke dag beter gaan.

Maar levende takken met sterrenstof

Het is nog steeds beter dan een lege ochtend.

Leeg?

Dus!

Maar zonder bedrog

III

Ja, ja of nee, maar hopakwinddans met sterrenstof.

Op de ramen staan ​​afbeeldingen van zaden.

Sorry?

Dus!

Dus!

Otoi hun hopak in het donkerblauw neemt kracht weg,

laatste krachten (in het donkerblauw neemt kracht weg)

Ja, alleen ja, maar het kan niet meer!

Overdag - alleen geld.

Gek geld.

De wind raast niet minder in de nacht

Samenstelling van blauwe letters op het glas van iemands naam,

beheert, fluistert, en toch componeert iemands naam,

De naam vervaagt, ik weet niet meer wat er gisteren gebeurde en wat gisteren niet gebeurde

Pas bij de echo vraagt ​​het gesprek en de echo: wat schijnt er voor jou?

Ik beantwoord gewoon overal vragen

Het spijt me alleen omdat het me spijt