Monkey and Bunny - The Residents

(Patter patter shoop shoop

Patter patter shoop shoop

Patter patter shoop shoop)

There was a little man

Who ran a shoeshine stand

Every day the man would sweep

Clutter from the busy street

He seldom said a word

That anybody heard

There was something in his face

Loneliness would not erase

Like a broken pup

He looked up from the cup

He drank his morning coffee in

And wiped the dribbles from his chin

And when his eyes met mine

He made a little whine

He came within an inch or two

And then he whispered, «I hate you»

How did he know?

How did he know?

How did he know?

How did he know?

Once I had some pets

And let them starve to death

It was a… funny little monkey

And a big white Easter bunny

They lived in little cages

And some-- sometimes in rages

I would turn them upside down

And drag the monkey all around

(Geklets shoop shoop)

Geklets shoop shoop

Geklets shoop shoop)

Er was een kleine man

Wie runde een schoenpoetskraam?

Elke dag zou de man vegen

Rommel van de drukke straat

Hij zei zelden een woord

dat heeft iemand gehoord

Er was iets in zijn gezicht

Eenzaamheid zou niet verdwijnen

Als een gebroken pup

Hij keek op van de beker

Hij dronk zijn ochtendkoffie in?

En veegde de druppels van zijn kin

En toen zijn ogen de mijne ontmoetten

Hij maakte een beetje zeuren

Hij kwam binnen een centimeter of twee

En toen fluisterde hij: "Ik haat je"

Hoe wist hij dat?

Hoe wist hij dat?

Hoe wist hij dat?

Hoe wist hij dat?

Ik had eens huisdieren

En laat ze omkomen van de honger

Het was een... grappige kleine aap

En een grote witte paashaas

Ze leefden in kleine kooien

En sommigen... soms woedend

Ik zou ze ondersteboven draaien

En sleep de aap overal heen