Sommern Med Bil - Frida Ånnevik, Melkeveien, Bendik Hval

Hele minnet er gult

Men vi skjermer med hånda

Og myser hardere

For å skjelne da fra nå

Tell ned 11 år

For huet husker det det vil

Det som var bra

Det strekker ikke til

For hvem sa hva?

Og jeg trekker det i tvil

For minnet lekker som ei sil

Og vi, vi, vi

Når skal jeg slippe taket

Vil bare reise i tid

For vi, vi, vi

Kommer aldri

Tilbake til sommer’n med bil

I deg så jeg hele meg

For verden holdt opp et speil den sommer’n

Og som i en anna hud

Vides jeg helt ut

For huet husker det det vil

Det som var bra

Det strekker ikke til

For hvem sa hva?

Og jeg trekker det i tvil

For minnet lekker som ei sil

Og vi, vi, vi

Når skal jeg slippe taket

Vil bare reise i tid

For vi, vi, vi

Kommer aldri

Tilbake til sommer’n med bil

Husken er en pappask

Jeg har spart for lenge på

Og navnet ditt med sprittusj

Falmer litt og litt, og litt og litt

Og alt jeg kjenner er vatnet

Som var femten grader kaldt

Og vi, vi, vi

Når skal jeg slippe taket

Vil bare reise i tid

For vi, vi, vi

Kommer aldri

Tilbake til sommer’n med bil

Het hele geheugen is geel

Maar we schermen met de hand af

En tuurt harder

Om toen van nu te onderscheiden

Aftellen tot 11 jaar

Want de hoed onthoudt wat hij zal

Dat was goed

Het is niet genoeg

Want wie zei wat?

En ik betwijfel het

Voor geheugenlekken als een zeef

En wij, wij, wij

Wanneer moet ik loslaten?

Ik wil gewoon in de tijd reizen

Voor wij, wij, wij

Zal nooit komen

Met de auto terug naar de zomer

In jou zag ik mijn hele wezen

Want de wereld hield die zomer een spiegel voor

En als in een andere huid

ik weet het helemaal

Want de hoed onthoudt wat hij zal

Dat was goed

Het is niet genoeg

Want wie zei wat?

En ik betwijfel het

Voor geheugenlekken als een zeef

En wij, wij, wij

Wanneer moet ik loslaten?

Ik wil gewoon in de tijd reizen

Voor wij, wij, wij

Zal nooit komen

Met de auto terug naar de zomer

De schommel is een kartonnen doos

Ik heb te lang gespaard

En je naam met alcoholinkt

Vervaagt beetje bij beetje, en beetje bij beetje

En alles wat ik weet is het meer

Dat was vijftien graden koud

En wij, wij, wij

Wanneer moet ik loslaten?

Ik wil gewoon in de tijd reizen

Voor wij, wij, wij

Zal nooit komen

Met de auto terug naar de zomer