Демон - 3EED

Демон не плачь

Ты же палач (палач, палач)

Демон не плачь

Слезы сгорят (слезы сгорят) (2)

Демон не плачь, ты же палач

Слезы вянут от крови

Что на них собралась

Они вскрывают себя

Зная, что из палача

Плачь красным

Плачь, но не умирай

Кто-то должен убивать

Так было везде

Смерть снаружи,

Но не внутри

Так было везде

Смерть хочет кушать

Ты ей поднеси

Внутри не видно живое,

Но закрыв глаза я вижу

Что стою посреди моря

Мной наполненным из

Раньше живших наверху

Теперь они тут

Не смирившихся, молчащих

Ведь они без языков

Демоны не плачут, но слеза идёт по щеке

Она красна, но солёна, демон тоже человек

(Спи)

Демон не плачь

Ты же палач (палач, палач)

Демон не плачь

Слезы сгорят (слезы сгорят) (2)

Демон не плачь, ты же палач

Demon huil niet

Jij bent de beul (beul, beul)

Demon huil niet

Tranen zullen branden (tranen zullen branden) (2)

Demon huil niet, jij bent de beul

Tranen verdorren van bloed

Wat heeft zich op hen verzameld?

Ze openen zichzelf

Dat wetende van de beul

huilen rood

Huil maar ga niet dood

Iemand moet doden

Zo was het overal

Dood buiten

Maar niet binnen

Zo was het overal

De dood wil eten

Jij brengt haar

Je kunt het leven van binnen niet zien,

Maar als ik mijn ogen sluit, zie ik

Ik sta in het midden van de zee

gevuld met mij

Woonde vroeger boven

Nu zijn ze hier

Niet verzoend, stil

Ze zijn tenslotte zonder talen

Demonen huilen niet, maar er loopt een traan over de wang

Ze is rood, maar zout, de demon is ook een man

(slaap)

Demon huil niet

Jij bent de beul (beul, beul)

Demon huil niet

Tranen zullen branden (tranen zullen branden) (2)

Demon huil niet, jij bent de beul