When I Survey the Wondrous Cross - Nikita

When I Survey The Wondrous Cross

When I survey the wondrous cross

On which the Prince of Glory died;

My richest gain I count but loss,

And pour contempt on all my pride.

Forbid it, Lord, that I should boast,

Save in the death of Christ, my God;

All the vain things that charm me most,

I sacrifice them to his blood.

See, from his head, his hands, his feet,

Sorrow and love flow mingled down.

Did e’er such love and sorrow meet,

Or thorns compose so rich a crown.

Were the whole realm of nature mine,

That were an offering far too small;

Love so amazing, so divine,

Demands my soul, my life, my all.

Wanneer ik het wonderlijke kruis onderzoek

Wanneer ik het wonderbaarlijke kruis bekijk

Waarop de Prince of Glory stierf;

Mijn rijkste winst tel ik maar verlies,

En giet minachting over al mijn trots.

Verhoed het, Heer, dat ik zou opscheppen,

Behalve in de dood van Christus, mijn God;

Alle ijdele dingen die me het meest bekoren,

Ik offer ze aan zijn bloed.

Zie, van zijn hoofd, zijn handen, zijn voeten,

Verdriet en liefde stroomden vermengd naar beneden.

Hebben ooit zoveel liefde en verdriet elkaar ontmoet,

Of doornen vormen zo'n rijke kroon.

Ware het hele rijk van de natuur van mij,

Dat zou een veel te klein aanbod zijn;

Liefde zo geweldig, zo goddelijk,

Vereist mijn ziel, mijn leven, mijn alles.